De laatste keer dat ik keek vond ik de Zwitsers maar een stelletje rare snuiters. Ze liggen niet lekker bij mij, en dat heeft een aantal redenen.
Ten eerste heeft het tot diep in de vorige eeuw geduurd voordat iedere volwassen burger met de Zwitserse nationaliteit actief stemrecht had. Ik heb nog meegemaakt dat het werd ingevoerd, wat wel wat zegt. De reden waarom vrouwen in veel kantons nog niet mochten meepraten was dat zij tijdens de “live” stemmingen op het plein geen degen konden opsteken!” Zo ging dat namelijk nog op sommige plekken. De burgers verschenen op de markt om een soort mini-referendum te houden over van alles en nog wat. Daarbij” moest, bij instemming met het onderwerp, het zwaard dat alleen mannen voor deze speciale gelegenheid droegen, omhoog gestoken worden. En ja, als vrouwen geen zwaard hebben, kunnen ze dus ook niet stemmen. Logisch toch? In Zwitserland tot voor kort nog wel in ieder geval.
Een andere grief die ik met ze had was de manier waarop zij in de jaren ’40 van de vorige eeuw de oorlogsmachine van Hitler tot op het uiterste hebben gefaciliteerd, door tegen de stroom in de financiële‑, bancaire- en andere handelscontacten te regelen. De Duitsers konden dat op een gegeven moment niet zelf meer. Er gaan becijferingen rond waarin Hitler, na het” debacle” van Stalingrad, in 1943 al geen poot meer aan de grond kreeg voor zijn oorlogsindustrie. Zwitserland heeft dat verholpen door als tussenpersoon op te treden, waardoor de oorlog nog zeker twee jaar vrolijk kon doorsudderen. Lekker is dat eigenlijk.
Ook een schrijnend item uit die oorlog is al het nazi-goud, dat grotendeels van joodse” slachtoffers” werd geroofd, en vervolgens in Zwitserse banken terecht kwam. De rechthebbenden, die na de oorlog op zoek gingen naar het kapitaal van hun vermoorde familieleden, konden in Zwitserland naar hun centen fluiten. Er zijn verhalen gedocumenteerd waar je het helemaal koud van krijgt. Nabestaanden van concentratiekamp-slachtoffers kregen geen cent omdat ze geen overlijdensakte van hun erflaters” konden overleggen. Die gaf de SS nu eenmaal niet uit na elke vergassing! De Zwitsers doen dat soort dingen nu pas beter, maar ze gaan erg langzaam. En ze zijn nog lang niet” helemaal” klaar. Een groot deel van de geroofde rijkdom is nog steeds niet terug waar het thuis hoort; bij de families van de” holocaust-slachtoffers. Er is een nogal onthullend en onthutsend boek over geschreven door ene Jean Ziegler onder de titel “Hitlers Bankiers”. Als ik ooit eens goed misselijk wil worden dan kan ik altijd nog eens nalezen hoe het ook alweer zit.
Wat ik vooral niet moet vergeten is dat elke zichzelf respecterende dictator, die zijn eigen land en volk volledig heeft weten kaal te plukken, meestal ook een rekening in Zwitserland heeft om al dat roofgoed te kunnen stallen. Het is pas van de allerlaatste tijd dat Zwitserland twijfelachtige tegoeden bevriest en ter beschikking stelt van het volk dat er recht op heeft. Beter laat dan nooit zullen we maar zeggen.
Veel betoog hoeft het niet, maar erg” koosjer” komen die Zwitsers er niet vanaf. Maar ze leren toch. Ze hebben nu een stap gezet die een heel eind in de goede richting gaat en die een voorbeeld zou kunnen zijn voor de rest van de wereld. Ze hebben” namelijk” op zondag 3 maart 2013, gisteren dus, per referendum besloten dat een bedrijf op Zwitsers grondgebied geen exorbitante bonussen of salarissen meer mag uitkeren, zonder tussenkomst van de eigenaars/aandeelhouders. Het overtreden van deze regel kan een gevangenisstraf van drie jaar opleveren. Ik zeg: “Wat een geweldig besluit!” Eindelijk is er een land dat systematisch en van rechtswege de grootgraaierij van de industrie aan banden legt. Ik ben benieuwd welk land dit super-geweldige voorbeeld gaat volgen, maar het kunnen er wat mij betreft niet genoeg zijn.
Ze hebben geleerd misschien, die Zwitsers. Deze actie is een compliment waard.