“Schwäche von Haltung* wird Schwäche des Charakters.”
… is wat Albert Einstein in zijn oneindige en universele wijsheid een keer gezegd schijnt te hebben. Dit citaat kom je echter vrijwel altijd in het Engels tegen als:
“Weakness of attitude* becomes weakness of character.”
Het is een geruststellende gedachte dat Einstein naast theoretisch natuurkundige ook deskundig op het psychologische vlak was. Ik druk mij op zijn minst cynisch uit, want Einstein was dat natuurlijk helemaal niet, maar hij matigde zichzelf wel regelmatig het recht aan om uitspraken te doen die als universele wijsheden overkwamen, maar die dat bij de geringste nadere inspectie absoluut niet bleken te zijn. In de nadagen van zijn carrière – op Princeton – werd hij daarom ook vooral met rust gelaten; hij werd niet door iedereen meer even serieus genomen.
Bij “Zwakte van karakter” heeft iedereen een mening, die er om schreeuwt te worden onderzocht. Het is een soort Barnum-bewering, iets wat je altijd tegen iemand kunt zeggen, omdat het een ongestructureerde drol is die je volstrekt vrijblijvend op iemands bord kunt leggen. De leek die een ad hoc huis-tuin-en-keuken analyse uitvoert om zo tot een dergelijke diagnose te komen over iemands karakter lijkt toch vooral belang-gedreven te zijn, en niet deskundig. Aan een uitspraak als: “Jij bent zwak van karakter” kleeft dus een aantal problemen, waarvan er één is dat de spreker misschien wel iets zegt over zijn eigen karakter. Dit is nog afgezien van de notie dat de spreker zich ver boven zijn bevoegdheid uitlaat.
Ik heb mijn eigen ideeën natuurlijk. Mijn visie op karakter-sterkte/zwakte heeft vooral te maken met het gehalte aan zelfreflectie dat iemand heeft, de mate waarin iemand niet wegkijkt van zijn eigen onfijne fouten, issues, handelingen en uitspraken, maar deze juist erkent en er de volle verantwoordelijkheid voor neemt. De waarheid over jezelf managen, gebeurtenissen en uitspraken ontkennen of verdraaien, een blinde vlek hebben voor je slechte eigenschappen, je geheugen aanpassen aan je belang, jezelf groter voordoen dan je bent, analyses uitvoeren waarvoor je op geen enkele manier gekwalificeerd bent, niet kunnen luisteren naar feedback maar slechts kunnen zenden, anderen aanwijzen als oorzaak van jouw probleem en vooral, anderen zwak van karakter noemen terwijl je jezelf sterk en “on top” waant, dát toont zwakte van karakter.
*) Sociologen zijn gekwalificeerde attitude specialisten, want daarvoor hebben ze doorgeleerd. Ze beschikken over een ruim instrumentarium om attitudes te meten, de zogenaamde attitudeschalen. Het is in verband met “de sterkte van karakter” erg leerzaam om dit eens te beschouwen via de F‑Schaal, die specifiek de “fascistische attitude” meet.
Je kunt mijns inziens zonder meer stellen dat de doorsnee fascist, die erg hangt aan externe structuren voor de controle over de individu, zwak van karakter is, omdat zijn interne cultuur – zijn karakter – hem klaarblijkelijk geen ruggengraat van betekenis biedt.
Genau