Even een klein raadseltje: wat hebben PGGM, Royal Haskoning en Vitens met elkaar gemeen? Het antwoord is dat het alle drie Nederlandse bedrijven zijn die hun investeringen in Israël hebben verkocht of hun samenwerking met dat land hebben opgezegd. Gisteren werd het nieuws over PGGM bekend, de twee andere hadden het al eerder geregeld. Ik moet toegeven dat ik buitengewoon aangenaam verrast ben door deze manoeuvre.
Veel woorden zijn er niet aan vuil te maken, want het steekt buitengewoon simpel in elkaar. Israël blijft de illegale bouw van nederzettingen in Palestijns gebied sanctioneren, ondanks het blote feit dat die vorm van aperte landdiefstal ervoor zorgt dat het vredesproces tussen die twee landen volledig stil ligt. Er ” komt geen bips terecht van alle goede voornemens tot vrede omdat Israël maar blijft doorbouwen op plekken waar ze niets te zoeken hebben. De Nederlandse bedrijven die actief zijn in Israël zijn zich om die reden dus aan het bezinnen op hun rol aldaar en op de vraag of ze op enige manier geassocieerd zouden kunnen worden met de roverspraktijken van de joods-fundamentalistische kolonisators. Aangezien geen enkel mens met ook maar de geringste scrupules dat laatste zou willen, is de grote terugtrekking nu eindelijk begonnen. Ik zeg: “Goed zo! Ga zo door!”
Nog heel even zag ik gisteren op het nieuws hoe een Israëlische meneer zich stond op te winden over de terugtrekking van PGGM. Ik lach me een kriek. Hij vond het allemaal maar onbegrijpelijk, contraproductief, precedentloos en verstoken van enige juridische basis dat PGGM Israël de wacht heeft aangezegd. Veel suffer had hij zich niet uit kunnen drukken. Het onbegrip, de contra-productiviteit en het ontbreken van elke wettelijke basis zijn nu juist dé factoren die de joodse kolonisatiedrift kenmerken. Krokodillentranen van meneer de Israëli? Ik denk het wel.
Ondertussen hoop ik op een ware exodus en dit keer geen bijbelse uit Egypte, maar eentje weg uit het beloofde land: die van alle Nederlandse bedrijven uit Israël dus. De Israëli maken zich zorgen en zien deze acties als indicatie van een groeiende anti-Israël stemming, terwijl sommige politici hier in Nederland zich zorgen maken over de verslechtering van de Nederlands-Israëlische verhoudingen. Beide bewegingen zijn volgens mij niet verkeerd. Ik wil geen antisemitisme propageren omdat ik dat een onzinnig sentiment vind en ik Semieten geen speciale kenmerken wil toedichten. Maar de bekoeling van de verhoudingen met een agressor-staat – wat Israël overduidelijk is – en een gezonde anti-imperialistische stemming in de richting van dat land kan ik alleen maar toejuichen.
Eindelijk gerechtigheid. Misschien is ons kleine kikkerlandje in staat om de machtige joodse lobby in de V.S. een hak te zetten. Ik kan me nauwelijks iets opwindenders voorstellen.