Enige jaren geleden heb ik al eens mijn gal gespuwd over de FIFA, de dictatoriale club despoten die het wereldvoetbal bestuurt. Deze club is een verzameling corrupte en op geld beluste functionarissen en verdient het om met dezelfde nek te worden aangekeken als de bankiers die de crisis hebben veroorzaakt. Het zijn uitbuiters en witte boorden-criminelen die het voor elkaar hebben gekregen om elke regering van deze planeet zo ongeveer in hun zak te steken.
De boodschap die uit de media komt in verband met de ongewenste organisatie van het voetbal WK van 2022 door Qatar en de aperte economische uitbuiting van het Braziliaanse volk in 2014, is dat de FIFA alles krijgt wat ze wil. Zo komt ze” weg met het afromen van vrijwel alle inkomsten die uit het toernooi worden gegenereerd, waarbij ze de lokale economie volledig links laat liggen. Een gastgevend land verdient bijna” geen bips aan zo’n toernooi.
Duidelijker kunnen ze het niet maken. Voetbal is een spel om de knikkers en het wordt bediend door een industrie die vooral de FIFA moet verrijken. Dat dit bij toernooien ten koste gaat van de lokale bevolking die niets mag verhandelen op straat, de belastingbetalers die inkomsten derven vanwege het belastingvrijdom dat de FIFA bedingt én de kosten die door de samenleving moeten worden opgebracht” voor het realiseren” van infrastructuur, beveiliging en accommodatie, schijnt niemand die iets te zeggen heeft te kunnen deren.” De FIFA organiseert dus in feite een feestje voor zichzelf, maar dan wel volledig op kosten van de” locatie-eigenaar,” zonder daar ook maar een cent van de opbrengsten mee te delen. Dat is nou voetbal. Het is een lege sport, zonder enige meerwaarde dan die van de entertainment en de zakkenvullerij van de bobo’s. Er komt verder helemaal niets uit en de voetballers zelf – maar ook de trainers – zijn op geen enkele manier bijzonder en dragen ook niets bij tot het algemene nut. Ze mogen” in hun handjes knijpen dat er een industrie is – met achterliggende massaconsumenten – die zo debiel is om ze te betalen voor een stom balspelletje waarin je net zo goed een paar chimpansees zou kunnen” trainen. Daarom vreet ik dat spul niet.
Een geheel tegengesteld voorbeeld is de autosport met de Formule 1 in het bijzonder. Daar” verdienen ze ook heel veel geld en trekken ze zich nauwelijks iets aan van de gastgevende” landen. Maar Formule 1 is één groot laboratorium voor de ontwikkeling van auto’s. Daar komt een enorme technologische spin-off van af, die indien bruikbaar, altijd wordt doorvertaald naar technieken die we in onze eigen voitures” terugvinden. De Formule 1 heeft dus zin voor iedereen; zelfs voor de voetgangers die nooit rijden maar” die door o.a. ABS-systemen (en nog veel meer) wel over een veiligere straat lopen. En dat is maar één klein voorbeeld. Elke techneut kan er zo nog 100 opnoemen.
De massa wil brood en spelen en die krijgt ze ook. Er is zo op het eerste gezicht weinig veranderd door de millennia heen. Ik moet dat misschien ook niet willen, al was dat alleen maar om mijzelf de frustratie te besparen.