Aleid Truijens. Die naam moet ik onthouden als het om de discussie gaat over het zogenaamde twee-talig onderwijs. In het Engels dan. Ik had daarover al een mening en die is niet positief. Truijens maakt met haar stuk in De Volkskrant van afgelopen zaterdag mijn beeld aardig compleet.
Eerst mijn mening: wij hier in Nederland moeten in het Nederlands lesgeven omdat we de precisie, de wendbaarheid en de uitgebreidheid van onze eigen moedertaal nodig hebben om een vak een beetje behoorlijk te kunnen overbrengen. Ik heb ondertussen gezien hoe Nederlandse docenten dat in het Engels doen – met bijvoorbeeld wiskunde, economie en mechanica – en het is werkelijk om je kapot voor de schamen. Ik ben in dat oordeel niet alleen, zo blijkt wederom. Veel docenten die ik er over spreek denken daar ook zo over, evenals – zo blijkt nu – Adleid Truijens.
Nederlanders – aldus Truijens – spreken op z’n best een soort congres-Engels, dat verstoken is van diepgang, speelsheid en nuance, waarmee je goed een korte PowerPoint presentatie kunt geven. Maar je moet er als Hollander niet in gaan lesgeven. Ik heb het zelf gezien, zowel op de middelbare school als op de universiteit, bij docenten die op hun” best staan te klunzen in een soort veredeld steenkolen-Engels en verwoed pogen om met hun gebrekkige gehakkel de” stof over te brengen. Als het een simpel dingetje betreft,” dan wil het nog wel lukken, alhoewel ook dan het taalniveau storend is. Zodra het echter gecompliceerd wordt, zoals dat op een VWO of een technische universiteit wel vaker het geval is, dan houdt het eigenlijk wel gewoon op. Het niveau Engels bij de meeste docenten, die geen Native Speaker zijn, is gewoon te beroerd om tegen onze kwetsbare kinderen en studenten aan te houden.
Truijens zegt daarover: “In het Engels haalt niemand zijn niveau” en ik ben het daar roerend mee eens. De Nederlandse docenten die in het Engels lesgeven, kunnen op hun best een warrig verhaal ophangen in een taal” “die is ontbladerd en waar alle nuances, verfraaiingen, figuurlijke” betekenissen en dubbelzinnigheden zorgvuldig zijn uitgewied, want die zorgen toch alleen maar voor verwarringen.” En gelijk heeft ze. Wat het allemaal nog erger maakt is dat het nu juist die kwaliteiten zijn die iemands taal laten leven en dus veel” begrijpelijker maken. Het is eigenlijk essentieel te noemen om met een taal te kunnen spelen als je er onderricht” in gaat geven. Een vreemde taal is dan gewoon vragen om moeilijkheden.
Het hoeft geen verdere precisering wat de gevolgen van deze kwalitatieve stap terug zijn in ons vaderlandse onderwijs. Als de taal waarin we lesgeven niet goed is, dan komt het” lesgeven daarmee ook in de problemen. En dat niet alleen: wat ook in gevaar komt is dat onze studenten en scholieren volledig kundig worden in hun vakken, vooral als het er om gaat om in dat vak op het hoogste taalniveau (Nederlands) te kunnen meedraaien. Dat is namelijk wel wat er in de gemiddelde werkomgeving van ze gevraagd zal worden. Wat mij betreft is er daarom maar één juiste weg en dat is terug naar het Nederlands op onze scholen en universiteiten. Dat gemodder in het Engels, omdat het beter zou zijn voor onze kinderen en bovendien buitenlanders – die geld opbrengen – toegang zou bieden tot onze universiteiten, moet worden teruggedraaid. Het zou beter zijn, voor zowel voor het onderwijs op onze middelbare scholen als voor onze post-bachelor studies op de universiteiten.
Vooral in verband met het laatste kan ik met een strak gezicht” stellen dat veel Nederlandse docenten erg goed zijn in hun vak, maar dat ik er nog nooit eentje gezien heb die dat ook in het Engels acceptabel en met de nodige schwung kon doceren. Het Engels blijkt dan” vooral een handicap te zijn, die uiteindelijk een negatief effect op de resultaten van onze studenten heeft. En wat dat” laatste betreft: Truijens merkt terecht op dat die student dan ook nog eens een scriptie moet schrijven over een onderwerp dat toch al genoeg voeten in de aarde heeft, maar dat hij het dan ook nog eens in een voor hem vreemde taal moet doen. Dat kan toch alleen maar een negatieve weerslag op de kwaliteit van de scriptie hebben?
Ik kan mij nog herinneren dat ons” kandidaten – bij het schrijven” van onze doctoraalscriptie – nadrukkelijk werd verzocht om dat” niet in het Engels te doen. Daar zat toen een goede gedachte achter…