Voor de sentimenteel begaafden onder ons is er een heel overtuigend bewijs van de onzin van god. Die bestaat niet en dat wordt – naast redenen die uit regulier boeren verstand komen – zo ongeveer wel aangetoond door het feit dat er overal ter wereld kinderen sterven.* Het is niet de eerste keer dat ik dit zo stel en vast ook niet de laatste. Kinderen zijn zonder zonde. Het is een onverteerbare gedachte dat er een god zou zijn die niets doet terwijl onschuldige jeugd het leven laat.
Vandaag” wordt deze gedachte getriggerd door drie” berichten die ik in de krant zie. Het eerste gaat over Srebrenica, een topic waarmee de zaterdageditie van mijn dagblad aardig wordt gevuld. Er was natuurlijk die herdenking, de recente onthullingen en het bezoek van de Servische president aan de plek des onheils. Hij werd onder een regen van stenen en zand door een politie-escorte in veiligheid gebracht. Anders dan de 8.373 moslims 20 jaar geleden, overleefde meneer de president deze milde verzoeking.
Het was de foto bij een van de artikelen over de val van Srebrenica die me het meeste aangreep. Eigenlijk zie je niet veel: volgens het onderschrift staat daar een aantal militairen dat zich klaarmaakt voor hun klusje van de dag, de executie van zes moslimjongens die net buiten beeld staan.” De foto is instant-deprimerend. Ik weet dat volgens het bevel van Mladic alle mannen vanaf 16 jaar moesten worden doodgeschoten. Zo net buiten beeld staan dus jongens van onder de twintig te wachten op de kogel. Natuurlijk zijn de slachtoffers zich bewust van hun naderende lot, want je kunt niet” meer dan 8 duizend mensen ongemerkt en in stilte doodschieten. De arme jongens moeten verlamd van angst zijn geweest. Ik zou dat zelf ook zijn. Ik ontkom er niet aan te denken aan mijn eigen zoons, waarvan er één de Mladic-doodsgrens al is gepasseerd. Onwillekeurig stel ik me hem voor; op die plaats, onder die omstandigheden. Subiet keert mijn maag om.
Wat de militairen die in beeld staan betreft is maar één gedachte mogelijk: het zijn gewillige beulen die willens en wetens en zonder verzet een genocide hebben uitgevoerd. Ik hoop dat ze oud worden, heel erg oud en dat ze door schuldgevoel en schaamte van binnen zo verteerd worden dat ze aan een hele pijnlijke, langdurige ziekte sterven. Dat is wat ik ze van ganser harte toewens.
Het tweede bericht gaat over de dood van een 19-jarige jongeman” uit De Lier, die is omgekomen doordat een van zijn maatjes een nachtelijk ritje ging maken met de pick-uptruck waarin hij lag te slapen. Zijn dood is het gevolg van de onbesuisde stupiditeit van zijn eigen kameraad. Ook hier dwalen mijn gedachten af naar mijn eigen kinderen, die natuurlijk ook kompanen hebben met dezelfde adolescente leeghoofdigheid als die de Lierenaar het leven kostte. Het derde bericht vertelt mij dat een 18-jarige jongen is verdronken in een binnenhaven na van een boot te zijn gevallen. Hoe triest kan het zijn. Ik stop maar met lezen om alleen in mijn ooghoeken nog te zien dat er ook kinderen zijn omgekomen” door brand, (oorlogs)geweld en verkeer.
Het leven is kwetsbaar en regelmatig te kort maar het is ook vaak de speelbal van omstandigheden of slechte wil. Veel mensen en kinderen maken daarvan dagelijks de gevolgen mee. Is er nog iemand die wil geloven dat er een welwillend en omnipotent opperwezen is? Die twee factoren laten zich in het licht van de dagelijkse werkelijkheid op deze wereld wat mij betreft niet verenigen. Iedereen die denkt van wel kan ik daarom alleen met moeite een goed mens noemen, terwijl ze dat waarschijnlijk toch gewoon zijn. Mijn probleem is: wie zou (dodelijk) geweld tegen onschuldigen, dat plaatsvindt onder het wakende oog van zo’n god, nu op een dergelijke – zij het indirecte – manier willen vergoelijken?**” Ik bedoel maar.
*) Geheel tegen de regels der kunst in, die stellen dat je een negatief nooit kunt aantonen, kan dat dit keer wel, zij het op puur filosofisch niveau…”
**)” Journaliste Claudia Heinermann, die in Rwanda is geweest en daar een moeder die al haar kinderen aan de oorlog verloor sprak, vertelde mij” het volgende:”
“In Rwanda had ik een interview met een moeder die mij vertelde hoe haar kleine kinderen omgekomen zijn. Na anderhalf uur waren we klaar en ben ik huilend naar buiten gelopen.” Ik heb het interview nog steeds niet teruggeluisterd en opgeschreven. Het is te wreed.” Deze vrouw is onvoorstelbaar sterk en heeft de kracht gevonden om door te leven. ” Ze gelooft in god en vindt houvast in haar geloof. Ze ziet het als haar taak om te leren hoe ze moet vergeven…” Wie zijn wij om daarover te oordelen?”
In de geest van de bovenstaande aantekening is het de moeite waard om Claudia Heinermanns” website te bezoeken en haar boeken te bekijken. Zij heeft onder andere veel over Srebrenica gedocumenteerd.