In 1958 stierf de eigenaar en oprichter Adolf van het Münchener veilinghuis Weinmüller met in zijn laatste adem de boodschap dat hij nooit besmette kunst heeft verkocht. Besmette kunst is roofkunst, die door de nazi’s werd geplunderd van de slachtoffers van de jodenvervolging. Helaas was het niet waar wat hij stelde. Ook Adolf Weinmüller was een ordinaire heler, die in opdracht van de” Gestapo van joden gestolen schilderijen onder de hamer heeft gehad.
Hoe weten we dat? Omdat er veilingboeken uit de tijd tussen 1933 en 1945 in een meterkast zijn gevonden, waarin bij” sommige” schilderijen gewoon staat opgetekend dat de Gestapo ze heeft ingebracht. Ontkennen heeft dan geen zin meer dacht ik. een beter bewijs van heling is er haast niet.
Een bericht als hierboven vervult me altijd met een snel opkomende woede en sterke verontwaardiging over dat verschrikkelijke onrecht dat de joden is aangedaan. Ik kwam niet zo lang geleden een vergelijkbaar bericht tegen over de Nederlandse fiscus, die vlak na de oorlog met droge ogen de achterstallige onroerend-goed belasting bij de” gedeporteerde” maar overlevende en teruggekeerde joden probeerde te innen. Toen ik dat las zakte mijn broek wel even af. De NSB-ers, nazi’s en ander tuig die de huizen van de verdreven joden in gebruik hadden genomen, hebben daarvoor nooit de belastingen afgedragen. Dus wat deden die keurige, rechtschapen Nederlandse ambtenaren dan maar? Ze probeerden het alsnog gewoon bij de slachtoffers, die vaak geen” middelen” meer hadden omdat hen alles was afgenomen, te innen!
“Hoe ver kun je zakken en hoe hard kun je afgaan?” vraag ik me dan af. En wat een blamage is het voor dat nette” Nederland, dat zich volgens eigen zeggen zo fel heeft verzet tegen de Duitsers… NOT! Een hypocriete bende, dat was het in ieder geval. Ik mag toch hopen dat die ijzingwekkend schrijnende belastingsfuckup nog een keertje wordt rechtgezet. Maar nu terug naar de kunst. Ik lees in de Volkskrant van vandaag nog net even het volgende:
“De gevonden catalogi zijn een doorbraak in het opsporen van roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog. Tot nu toe houden veilinghuizen deze historisch documenten geheim. Nooit kwam naar buiten hoe de handel in Joodse eigendommen, via veilingen, verliep, waar de kunstwerken vandaan kwamen en door wie ze zijn gekocht. Veilinghuizen zijn juridisch niet verplicht deze gegevens openbaar te maken.”
Zo. Die kunnen we dus ook weer even in onze zak steken. De veilinghuizen verdienen geld aan de misdaad en ze hoeven geen openheid van zaken te geven? Wat is dat eigenlijk voor een onzin? De halve wereld wordt gedwongen om bankgeheimen op te heffen om zo een financiële crisis, die mede het gevolg is van oneerbare graaierij en systematische ontduiking van belastingen, te bezweren. Maar de kunst-elite blijft buiten schot? Ik weet het niet hoor, maar die rijke patsers-bende zorgt wel erg goed voor zichzelf. Eigenlijk vind ik het allemaal te erg voor woorden, maar zo zit de wereld kennelijk in elkaar.
Op hoog niveau hoef je volgens mij niet naar rechtschapenheid te zoeken. Wat een slecht voorbeeld wordt daar eigenlijk gegeven. Elke keer als ik iets lees over een corrupte functionaris van de overheid, een rijke stinkerd die door” trucage” nog rijker wordt of andere penoze die door de media de hemel in geprezen wordt, dan vraag ik me af wat voor een voorbeeld mijn kinderen daar eigenlijk aan moeten nemen. Ik moet ze bijna gaan vertellen dat de bovenlaag van onze samenleving, die het dichtst bij het grote geld zit en de meeste invloed en macht heeft, in principe niet te vertrouwen is. En zo worden we toch weer een klassiek rood nest. Hmm. Eigenlijk klinkt dat best wel aantrekkelijk…