De manager van het Vaticaanse “Istituto per le Opere di Religione”, ofwel het Instituut voor Religieuze Werken -” Ettore Gotti Tedeschi – wordt verdacht van witwas praktijken. Het wordt gebracht alsof dat nieuws is.
Ik had zelf de indruk, zeker na het schandaal rond de Banco Ambroziano in 1982, die twee mensen het leven gekost heeft en die aartsbisschop Paul Marcinkus een aanklacht voor zijn rol in het faillissement van de grootste particuliere bank in Italië opleverde, dat de Vaticaanse banken per definitie niet te vertrouwen zijn.
Het seksuele misbruik van de geestelijken onder de Pauselijke scepter wordt hier en daar nog steeds met de mantel der liefde bedekt. Openheid moet letterlijk worden geforceerd. Nu stelt het Vaticaan weer dat het nog steeds het volste vertrouwen in haar bankmanagers heeft – in Tedeschi en een van zijn directe kompanen dus.
Maar de beschuldiging van witwassen daargelaten; bankmanagers zijn toch per definitie twijfelachtige mensen? Waren we daar met de financiële crisis niet achter gekomen? Dit witte wasje is slechts een klein toefje slagroom op de ongetwijfeld talloze malversaties en zwendeltjes die deze mannen op hun geweten moeten hebben. Geen mantel der liefde die dat kan bedekken.
En “Tedeschi” betekent overigens “Duitsers”, maar dat zal toeval zijn.…