De belofte van de wet van Moore maakt dat steeds meer mensen geloof gaan hechten aan één van de meest intrigerende fabeltjes die de liefhebbers van Science Fiction op dit moment bezig houdt, namelijk: het uploaden van je persoonlijkheid naar een computernetwerk om daar verder te leven als een echte “Ghost in the Machine”. Voor altijd – althans, voor zolang er een technische infrastructuur is die voor gastheer kan spelen.
Nu kan ik een heleboel redenen aandragen waarom de mens volgens mij in principe na te maken moet zijn. Dat heet: in concept. We zijn voor zover nu waar te nemen is bio-elektrische machines, en die kunnen we op den duur natuurlijk gewoon met een flukse “reverse engineering” kopiëren. Het zal nog wel wat tijd kosten, en het gaat best wel veel problemen opleveren die nog getackeld moeten worden, maar we gaan er komen. Binnen 100 jaar (Visions – Michio Kaku; 1997) zal er een synthetische mens rondlopen die onder de Turing-test niet van echt te onderscheiden zal zijn. En visueel ook niet…
Zo. Dat gezegd hebbende moet ik uitleggen waarom ik een upload van een menselijke breininhoud naar een machine om zo de persoon-eigenaar te preserveren, een fabeltje vind. De eerste catch zit al in de voorgaande zin. Het begrip “breininhoud” gebruik ik omdat ik geen “geest”, “ziel” of “bewustzijn” wil gebruiken. De suggestie die echter aan de hiervoor gebruikte term vast zit, is dat ons bewustzijn zich volledig in ons brein bevindt. Ik ben nog niet helemaal up to speed wat dat betreft, en ik ben geneigd te denken dat het inderdaad zo is, maar er zijn indicaties dat de mens een soort gedistribueerd rekenplatform zou kunnen zijn, waarbij de meeste kracht zich in de hersenen bevindt, maar dat er ook dependances in andere lichaamsdelen staan. Dit zijn misschien hele kleine en niet super-significante nodes, maar als ze er zijn, dan dekt “breininhoud” in ieder geval niet meer de gehele lading als het om de persoonlijkheid gaat.
Een tweede probleem is dat we nog niet zo goed weten hoe de informatie in ons hoofd nu eigenlijk gerepresenteerd is en hoe die fysieke weerslag ervan wordt gebruikt om überhaupt bewustzijn, kennis, werking en weet ik wat allemaal te genereren. En als je niet weet wat je hoe moet manipuleren om het ongeschonden op een andere plek te krijgen – i.c. een host-machine waarheen je uploadt – dan ben je nog nergens. Dit is geen triviaal issue. Het is nog maar de vraag of we er wel ooit achter gaan komen.
Een derde probleem dat ik zie wordt veroorzaakt door het Heisenbergs onzekerheidsprincipe, dat – sterk versimpeld – stelt dat er dingen zijn waarvan je nooit alles kunt weten. Dit geldt bijvoorbeeld voor elementaire deeltjes. Daarvan kun je nooit tegelijk de richting, snelheid, massa en spin weten. En dat heeft een vrij ontnuchterende consequentie: als je niet precies en volledig 1 op 1 kunt “opnemen” wat de staat van alle materie en energie van een mens of onderdelen daarvan zijn, dan kun je dat ook niet ergens anders opnieuw representeren, of “afspelen” om zo een gekloneerde versie te verkrijgen die vervolgens als origineel door het leven moet. Dit kleine stukje weerbarstige werkelijkheid helpt volgens mij twee zaken voor eens en voor altijd naar de prullenbak: teleportatie en bewustzijns-uploads.
Ik zeg “volgens mij”, maar ik ben natuurlijk niet helemaal zelf op het bovenstaande bezwaar gekomen…
Nu we dat weten kunnen we echter als gedachte-experiment net doen alsof het Heisenberg-bezwaar nog wel een keer onderuit gaat doordat hij er gewoon vierkant naast zat. Ik zou het deze Nazi-wetenschapper – die zich in de vorige eeuw zeer breed heeft gemaakt om een atoombom voor zijn Fürher te maken en daar gelukkig in het geheel niet in is geslaagd – niet eens kwalijk nemen. Wetenschappelijke inzichten komen en gaan, dat hoort bij het spel. Maar zulke fundamentele verschuivingen als het falsificeren van Heisenbergs onzekerheidsprincipe zijn gelukkig zeldzaam. Maar, ten behoeve van het argument, stel dat we ineens wel kunnen teleporteren en bewustzijn kunnen oploaden. Wat dan?
Ik denk dat de term onsterfelijk niet goed past bij een ge-uploade ziel. Allereerst is deze verzameling van bits en bytes – die net zoals het dat in ons brein zou doen – een representatie van een bewustzijn binnen de grenzen van de fysieke context waarin het zich bevindt. Zet je de machine uit, of gaat hij kapot, dan gaat het bewustzijn ook uit. Sterven is dan een feit. Onsterfelijkheid suggereert een soort onafhankelijkheid van de materiële wereld die met een upload naar een elektronisch gastsysteem niet verkregen wordt. Maar het kan zijn dat dit inzicht een laatste romantische stuiptrekking van me is, want het is niet gezegd dat onsterfelijkheid gepaard moet gaan met “stoffelijke onafhankelijkheid”. Bij mij is het een onderbuikkwestie, als het ware. Stoffelijkheid houdt altijd vergankelijkheid in, en vergankelijkheid past – in Carlito’s bolletje – niet bij onsterfelijkheid. Zoiets dus.
Een ander bezwaar is van een andere orde. Ik weet dat wij zelf het resultaat zijn van een stuk hardware dat op een bepaalde manier met impulsen omgaat. Maar die impulsen worden wel op een hele specifieke manier verkregen. Wij doen dat door middel van waarneming door onze zintuigen. Ons hele leven door voelen, ruiken, zien, horen en proeven we dingen, die we vervolgens verwerken in onze ik. Om een mens te worden zoals we die kennen, hebben we dus ook zintuigen nodig en alles wat we ermee kunnen ervaren. Seks bijvoorbeeld, is een aardig persoonlijkheidsbepalende bezigheid. Bij mij wel in ieder geval. Wanneer je nu uploadt naar een machine – zeg CyberSpace – dan ben je vooralsnog die zintuigen kwijt en ook alles wat je ermee kan ervaren. Weg seks! Je input verdwijnt zodoende en dus ook – zou ik dan zeggen – je menselijkheid. De enige manier om dat te pareren zou zijn om die zintuiglijkheid in je CyberVersie te simuleren, maar de vraag blijft dan hoe representatief – voor de echte wereld, voor zover je die belangrijk vindt – dat op den duur zal blijven.
Hetzelfde geldt voor alle andere fysieke beperkingen die we hebben en die ons een goede dosis nederigheid leren. We kunnen niet vliegen dus we nemen de lift vanaf de 20e verdieping naar beneden. Stel je toch voor, wat voor een mens we zouden worden als die beperking er niet meer zou zijn? Hoe irritant is Superman eigenlijk?
Die upload, ik zie het op de een of andere manier niet gebeuren. Ik zou alle SF-Freaks die er steevast in willen geloven en daarmee denken de natuur een stapje voor te kunnen zijn, aanraden een andere focus te zoeken.