Nederland zit “as we speak” bij te komen van een aantal zwaar-tropische pieken in de afgelopen maanden. Juli en Augustus waren beide voorzien van recordmakende warmtedagen, officieel boven de 35 graden reikend. De pret is waarschijnlijk nog niet over; zoals de laatste jaren wel vaker het geval was, verwacht ik in September nog een nazomer die – net als de afgelopen tijd – nog wel wat hoge temperaturen zal laten zien.
Het gejammer van de doorsnee ongewende Hollander over de hitte die ons tegenwoordig teistert in de zomer is aandoenlijk. Tegelijkertijd vliegt dezelfde Hollander namelijk lukraak over de planeet om zijn vakantie overal en nergens te consumeren; zo bijdragend aan de hitte die een direct gevolg is van de globale opwarming. Een bescheiden Trumpiaanse cognitieve dissonantie is de vliegreiziger van vandaag kennelijk niet vreemd. Ophouden met vliegreizen, “dat doen die anderen maar...” lijkt het adagium. En zo blijven we dus met de heetgebakken peren zitten.
“Elk nadeel heb ze voordeel…,” denk ik dan, die legendarische voetballende scheefprater parafraserend. Dat van mij is bijvoorbeeld de afnemende noodzaak om mij voor een ontspannende vakantie naar het buitenland te snellen; hetzij in een vliegtuig, hetzij in een file met vrolijk uitlaatgasdampende automobielen. Als ik in mijn tuin ga zitten op een mooie dag waan ik mij subiet op een aangenaam terras in een warm land, maar dan met alle huisgemakken onder handbereik. Het is misschien wat wrang, maar de globale opwarming is gevoelsmatig niet onverdeeld onprettig. (Ik reken dan niet mee dat de malariamug zich tegenwoordig bijzonder thuis voelt in de Biesbosch, want dat is toch een vrij prominent nadeel.)
Het zou wat zijn: omdat Nederland steeds warmer wordt, gaan er in de toekomst wellicht steeds minder mensen het land uit op zoek naar ontspanning. Daardoor zou de reisdruk op het klimaat kunnen dalen, waardoor de globale opwarming minder hard gaat en op den duur zelfs kan afnemen. Dit is misschien zelfs waarschijnlijker als in heel Europa de klimaatzones naar het noorden verschuiven.
Ik kijk op het kaartje hierboven en zie dat Nederland nu ongeveer de klimaatkenmerken van mijn vaderland Noord-Oost Italië heeft. Als de Nederlanders die daar (het Dolomieten-gebied) plegen te bivakkeren in de toekomst gezellig onder een boom in eigen land blijven zitten, dan heeft dat ook nog eens als voordeel dat die kaaskoppen mijn achter- en voortuin niet onder de voet lopen. Een geplaagde stad als Venetië zou daar heel blij mee zijn.
De suggestie dat de globale opwarming ook voordelen heeft is ironisch. Eigenlijk zouden we ons als mensheid collectief moeten schamen voor de schade die we aan deze planeet aanrichten. Daarvoor moeten echter eerst alle neuzen dezelfde milieu-kant op staan. De powers-that-be volgend geloof ik dat die optie nog ver in de toekomst ligt.