Toen het nummer van DoeMaar met de bovenstaande titel een hit was, zaten we ergens in de jaren 80. De jaren 80 waren roerig in de zin van sterk politiek gepolariseerd en er was een sterke anti-establishment beweging. Wat zeg ik? Er waren veel van die dwarse groepen en ze waren allemaal in meer of mindere mate tegen de regering, tegen een stukje van haar beleid of gewoon tegen de staat. De meest bekende clubs waren de Autonomen, de Krakers en de Anarchisten, maar eerlijkheid gebiedt mij te stellen dat de anti-militaristische bewegingen talrijker en vaak groter waren. En ze kregen een heleboel mensen op de been, weet ik nog wel.
Er werd heftig geageerd tegen kernwapens in ieder geval. Nu is dat niet meer zo. Kernwapens zijn ofwel salonfähig geworden of ze bestaan ineens niet meer. “Blijf dromen” zeg ik tegen mijzelf, want ze zijn er natuurlijk nog gewoon wel. “Vroeger”… werd er in ieder geval heel hard tegen geprotesteerd en daarvan was bijna dagelijks wel een of andere uiting van in het nieuws te zien. Nu hoor ik niets meer. Waarschijnlijk heb ik mijn herinneringen prettig aangepast aan de werkelijkheid omdat ik mij een bepaald actiepotentieel wil herinneren, maar men” was er in ieder geval mee bezig. En dat had goede redenen.
Het bezit van een kernwapenarsenaal impliceert natuurlijk een heleboel. Bijvoorbeeld dat je als staat bereid bent om de hele planeet af te branden. En in de jaren 80 was de doctrine van M.A.D. – ofwel de Mutual Assured Destruction, die de twee grote kernwapen-naties uit elkaars haren hield – nog heel erg levend. Maar stel dat “ze” bij de NAVO en het Warschaupact een Wederzijdse Zekere Vernietiging stiekem toch niet hadden gewild, dan was het nog maar de vraag geweest hoe relevant dat in de jaren 80 eigenlijk was. Want een heleboel dingen gebeurden automatisch zodra er een dreiging uit het oosten werd gesignaleerd, zoals de lancering van een I.C.B.M. vanaf de Siberische steppen. In mijn tijd was het al zo dat er regelmatig berichten werden gepubliceerd over een bijna-conflict omdat er in de signalering weer eens iets was fout gegaan. En in de pers lees ik in de afgelopen dagen dat het nog vaker mis ging dan ik had willen weten.
Een opkomende maan boven Noorwegen, een zwerm meeuwen of door de wolken weerkaatst zonlicht; er was van alles dat het signaleringssysteem kon laten denken dat de Russische raketten onderweg waren. Gelukkig had elke “retaliatory strike” een menselijk bevel van de zittende president van de VS nodig, anders waren we al lang plat geweest. Maar erg vertrouwenwekkend klinkt het allemaal niet.
De Amerikanen zijn er zelf in die tijd nog aardig goed vanaf gekomen. Ik begrijp dat er in 1961 twee Mark 39 waterstofbommen van 4 kiloton T.N.T. per stuk bij” Goldsboro, North Carolina uit een in bonken stortende B‑52 gekukeld zijn. Eén van die twee bommen is bijna afgegaan, ware het niet dat een schakelaartje van twee duppies deze ramp heeft voorkomen. De drie ervoor gesoldeerde beveiligingen waren al op “armed” gesprongen. Het is niet zo goed voor te stellen wat het gevolg geweest zou zijn, maar dat er heel veel dode Amerikanen gevallen zouden zijn is zeker.
Als ik zoiets lees dan vraag ik me gelijk af of ze ook met die dingen over ons land heen gevlogen hebben – of zelfs nog vliegen. Het zou niet zo best zijn, want dan zijn wij ook vast minstens één keer door het oog van de naald gekropen. Tussen 1950 en 1968 zijn er 700 ernstige incidenten voorgekomen, die voor een nucleaire ramp hadden kunnen zorgen. Mij maak je niet wijs dat er daarvan geen een bij ons in de buurt was. “In de buurt” is dan nog betrekkelijk ook, want een B‑52 die boven de oostgrens van de voormalige B.R.D. een 4 kiloton T.N.T. kernwapen verliest dat vervolgens explodeert, zorgt ook hier op zijn zachts gezegd voor fikse problemen.
Moet ik nu weer rustig ademhalen? Laat ik het maar doen. Ik mag hopen dat de stand der techniek ons intussen betere en veiligere systemen gegeven heeft. Al die andere risico’s, die juist in de laatste jaren zijn geïntroduceerd, laat ik maar even buiten beschouwing.