Ik had niet gedacht dat het me kon overkomen: een overload van positieve technobabbel over de toekomst van de mensheid, met mensen die nog het eeuwige leven hebben ook. Maar: “leave it to Ray.…!” is all I can say.
Het boek “The Singularity is Near (2005) van Ray Kurzweil is een vuistdikke “state of the art” opsomming van de technologische errr.… state of the art, dus – en dan vooral op het gebied van computers, nanostuff en genetica. Hoe lullig het ook klinkt, maar deze enorme pil die per kilo meer opbrengt dan per informatiedichtheid, is precies dat. Wil je weten in welke richting de mens en de samenleving zich zullen gaan ontwikkelen met als medium de per seconde in kracht toenemende rekentechnologie en alles wat daarmee samenhangt? Dan moet je dit boek lezen.
Speaking of which: stel je de mens voor als een intelligente entiteit die op meerdere substraten en media zou kunnen draaien en niet alleen op het exclusief biologische – en inherent trage en kwetsbare – platform van nu. En, word je al bang.….? Ik niet!
Kurzweil, om het eens kort (!) te stellen, geeft een prognose van de ontwikkelingen in drie “tracks” van revolutie, die hij GNR noemt. Dit zijn Genetica, Nanotechnologie en Robotica. Binnen deze tracks beschrijft hij de bijdrage die zij zullen leveren aan het dichterbij brengen van de “Singularity”. En dan nu de vraag: “wat is de Singularity?”
De “Singularity” is een door-geëvolueerde mens, die niet door middel van een biologische – en dus super langzame – evolutie tot stand is gekomen, maar een verbeterde versie, die gekruist is met alle verworvenheden die de techniek ons biedt en nog gaat bieden. Een hybride mens die eigenlijk een cyborg is, maar dan niet zo opvallend – hopelijk – als onze Borg vrinden van Star Trek. Kurzweils idee daarbij is dat de technische evolutie vele malen sneller gaat dan de biologische en dat het een kwestie van onvermijdelijke logica is dat we die superieure technische evolutie gaan opnemen in onszelf en zo onze biologische “zelf” zullen voorbijstreven.
In het kort: we staan momenteel aan de vooravond van een paar hele snazzy ontwikkelingen, die het glazen oog niveau waarop we nu nog zitten met onze vervangende lichaamsdelen zal doen verbleken tot futiel kinderspel. En dat is geen triviale opmerking van een gedrogeerde koffiedikkijker, maar de prognose van een invloedrijke futuroloog annex “man in het veld”, gebaseerd op echte wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen die nu in het grote mensen leven al plaatsvinden. Zo. En daar kan geen goedbedoeld maar misleid borrelgeleuter tegenop.
Kurzweil geeft naast een state of the art een aardige kijk in een toekomst die wij waarschijnlijk zelf nog gaan meemaken. Hij geeft als bouwjaar voor Homo Sapiens 2.0 namelijk 2020 aan, en voor versie 3.0 zelfs 2030/40. Dat zijn geen toevallige jaren die goed bij het versienummer passen, maar projecties op basis van bestaande technische evoluties, de onderzoeken die wetenschappers nu aan het doen zijn en de snelle opeenvolging van nieuwe inzichten en doorbraken in die tak van sport. Er is geen weg meer omheen. We staan er echt aan te komen, in een hogelijk gerevampte versie van onszelf.
Kurzweil begeeft zich wat het grote publiek betreft op glad ijs. En niet alleen daar. Ik heb wel eens naar een VPRO tegenlicht met Evgeny Morozov zitten kijken en die kraakte het boek volledig af omdat het zich niet bezighoudt met enige parameter buiten de techniek of wetenschap. In zijn woorden: “niets over de dingen die echt belangrijk zijn, zoals democratie en vrijheid.” Morozov liet even buiten beschouwing dat het boek daar niet over gaat, maar dit terzijde. Deze zelfde hotemetoot maakte kort daarna een onvergefelijke schuiver door te stellen dat niet religieuze mensen hun leven versimpelen en het makkelijker maken door god en geest te verwerpen. Gelukkig maakte deze sufferd daarmee gelijk duidelijk dat hij de wereld ook niet begrijpt en niet door heeft dat je geen sprookjes hoeft te cultiveren om een vol leven te hebben. De suggestie dat atheïsten immoreel zouden zijn is diarreeopwekkend. Bovendien was ik het Jip en Janneke niveau van de goede man vrij snel zat, dus kon ik de tv gelukkig zonder schroom uitzetten. Wel snapte ik direct welke obstakels een man als Kurzweil overal en altijd tegenkomt, namelijk: hopeloos romantische individuen die denken te weten hoe de wereld en zijzelf in elkaar zitten en die op basis daarvan tot in de eeuwigheid in een soort middeleeuwse mentale bubbel zullen blijven zitten.
Ik ken ze en ik weet wat het is. Het is verschrikkelijk. Het geeft een gevoel van aperte onmacht. Het is misschien wel hetzelfde als een mooie auto bespreken met een postkoetsmenner van twee eeuwen terug. Maar mij jeukt het steeds minder. Ik laat de moderne Luddieten wel gewoon achter me en ga niet eens meer proberen ze op te voeden. Het is verloren tijd.
Alle technologie die nu normaal is, heeft in zijn jeugd een sterke aversie tegenover zich gehad, van hele hordes behoudende en reactionaire angsthazen die materieel niet op de hoogte waren van enige relevante issues rond de zaken die zij ongezien plachten af te schrijven. De tv zou het gezin ontwrichten, de telefoon was onzin want “wie praat er nu met mensen van buiten de stad”, de krant zou het lezen van boeken laten verdwijnen en de computer zou ons allemaal werkeloos maken. Zo is er over alles wel wat gezegd en zijn al die dingen niet gebeurd. Het is voor te stellen hoe hard de gemiddelde mens van de straat – die nu eenmaal niet al te lucide is – zijn hakken in het zand zal zetten als er gerept wordt over zijn eigen ontwikkeling en toekomst.
Dus, denk ik ineens, ik ga niets meer zeggen over de Singularity. Een goede lezer weet nu al dat dit een belangrijk en relevant boek is en zal het tot zich nemen. De rest kan me eigenlijk toch niet schelen. Het boek is misschien ook wel te dik voor een tegenstribbelende romanticus met een voorliefde voor verouderde inzichten en reactionaire prietpraat. En wat bovenal geldt, is dat een conservatief persoon geen veranderingen wil en dus ook geen nieuwe inzichten zal krijgen. Ik vind het goed zo. Mijn verlies is het niet.