Ik wist het van te voren. Als ik dit boek – “The Revenge of Geography (2012) – What the map tells us about coming conflicts and the battle against fate” – ga lezen, dan ben ik er niet meer van weg te slaan. Deze wetenschap is mij ingegeven door de andere boeken die ik van Robert D. Kaplan heb gelezen en die naar mijn mening toch een paar koppen boven het mondaine maaiveld uitsteken. Ik lees wel eens vaker wat, dus dat zegt wel iets.
Kaplan is een goed opgeleide, wel belezen en extreem bereisde journalist met een missie. En die missie is: het verduidelijken van de wereld aan de hand van zijn reiservaringen. Het is niet verwonderlijk dat een man met de kwalificaties als de zijne daar ook heel goed in slaagt.
Ik heb natuurlijk meer van deze man achter mijn kiezen en allemaal was het de moeite meer dan waard. Als ik mij nog goed herinner: “Eastward to Tartary (2000) – Travels in the Balkans, the Middle East, and the Caucasus”,” “The Coming Anarchy (2000) – Shattering the Dreams of the Post Cold War” en” “The Ends of the Earth (1996) – A Journey at the Dawn of the 21st Century”. Het huidige boek is voor mij dus nummer 4 van deze auteur. Dat zegt dus ook iets. Niet om het een of ander, maar ik lees geen 4e boek van een auteur van wie ik denk dat hij geen idee heeft waarover hij” schrijft. Daarop aanvullend moet ik eerlijkheidshalve bedenken dat Kaplan een beroemdheid is in zijn soort. Mijn eerste introductie tot het fenomeen was bijna 20 jaar geleden met een reportage van de VPRO-televisie. Hij werd daarin als een ware filmster gevolgd en ondertussen weet ik ook hoe terecht dat is. Als Kaplan spreekt dan kun je dat niet naast je neerleggen. Er zal dus ongetwijfeld sprake zijn van een” fikse” positieve bias aan mijn kant. En het leuke is ook: hij komt niet uit een heel erg linkse hoek, dus ik lees gedeeltelijk binnen een “vijandig” kamp. Het wordt ondertussen misschien vervelend, maar ook dat zegt dus iets.
Ik lees dit boek als vervolg op mijn lectorale omzwervingen op de Krim. En op de een of andere manier had ik het niet beter kunnen treffen. De belangrijkste actor in de Krim-oorlog was Rusland en als er één land heel erg gedetermineerd wordt door een (gebrek) aan geografische afpaling, dan is het wel Rusland. Kaplan maakt een buitengewoon relevante case voor zijn stelling dat geografie een zeer sterke determinerende factor in een lands succes (of falen) is. Het klinkt hoogdravend, maar ik denk dat ik na het lezen van dit boek veel beter begrijp waarom sommige dingen gebeuren op deze planeet en waarom andere niet. En een van die dingen is de richting die Rusland in de komende twee decennia zal inslaan.
Het geeft aardige bijeffecten. Ik zat gisteren in de tuin met wat buren over Noord-Korea te praten en de positie van dit stalinistische misbaksel in de groot-Aziatische regio, of beter gezegd: het Pacifische Bassin. En als ik iets relaxter was omgegaan met de Grappa-fles, dan had ik na Kaplan toch aardig kunnen mee-speculeren over de toekomst van Korea en de belangen van de verschillende “regionalen” die daarin een beslissende rol zullen gaan spelen. Heel erg verrassend is het overigens niet, maar China heeft belangen bij een herenigd Korea, waar de noordelijke blaaskakende Kim-dynastie geen plaats meer heeft. Een transparante handelszone rond het Pacifische” Bassin” is wat Peking wil en een stalinistisch Korea is daarin geen onverdeeld behulpzame buur. (Ik stel het zo zeer diplomatiek…) De vriendschap met Kim en zijn kornuiten is voor Peking ondergeschikt aan de economische buffer die China wil opbouwen rond haar kwetsbare grenzen met India en Rusland, terwijl haar binding met het steenrijke Kazachstan in een economisch liaison van de een of andere smaak essentieel is voor haar overleven als uitdijende consumenten-economie.
Voor de zoveelste keer zie ik mijzelf opschrijven dat in China zo ongeveer de toekomst van de mensheid ligt. Dit keer word ik ingefluisterd door Kaplan. Hij geeft me op meer van dat soort inzichten gelijk, maar erg” verbazend” is dat niet als ik me bedenk hoe veel ik al van deze man gelezen heb. Kennelijk laat ik mij gewillig door hem impregneren. Wat wil ik nog meer? Ik ben nu eenmaal gecharmeerd van zijn inzichten over zaken als “The World Island” met als centrum de landen rond het oude Mesapotamië, het oude Ottomaanse Rijk en de scherven waarin dit uiteen gevallen is en de toekomst van Europa en de V.S.. Het klinkt zo misschien wat onsamenhangend, maar toch heeft het allemaal met elkaar te maken. De geografie bepaalt in belangrijke mate wat er in een regio gebeurt en dat is wat in dit boek zo mooi duidelijk wordt. Die geografie zit nu eenmaal aan zichzelf vast; en wel over heel de wereld.
Notitie achteraf: Kaplan is geen determinist en hij ruimt een” belangrijke” plaats in voor de specifieke handeling van personen die bepalend zijn voor de weg die een natie kiest. Geografie is dus niet alles maar het is wel een belangrijke ondergrond voor het beleid van de lotsbepalers van een land. Daarmee is dit boek toch wel een must om te begrijpen hoe die wereld in elkaar steekt en wat de manoeuvreerruimte van de actoren op het geopolitieke vlak eigenlijk is. Ik kan niet anders dan toegeven dat dit boek voor mijn inzicht in de wereldpolitiek van grote waarde is. Dat is reden genoeg om het iedereen aan te raden.