Als je maar heel even oplet in het wereldse en kapitalistische Milaan, dan zie je toch geinige dingen. Zo maakte ik iets meer dan een week terug nog een aantekening over de overgebleven fasces in het straatbeeld. Even eerder tijdens hetzelfde verblijf kwam ik een onvervalste en volgens mij moedwillige verwijzing tegen van een geheel andere orde; althans, in termen van het politieke spectrum.
Deze verwijzing stond ongegeneerd te staan op het gebouw van UniCredit, een financiële instelling in het buitenhart van Milaan, en het bestond uit een pointer naar Vladimir Tatlin (1885 – 1953) en zijn geniale kubistische toren. Ik zeg “ongegeneerd” omdat Tatlin één van die exponenten van de Russische radicale, revolutionaire anti-bourgeoisie kunst was (samen met kompanen Malevitsj, Rodtsjenko en Kandinsky) die het niet ophad met banken en andere financiële instellingen.
Tatlin ontwierp zijn toren in 1920 in opdracht van” het Volkscommissariaat voor Onderwijs van de Sovjet Unie en dat ding had meer dan 300 meter hoog moeten worden. Door gebrek aan resources en een nog ontoereikend niveau van technische expertise in de U.S.S.R. werd het helaas nooit gebouwd. Want laten we wel wezen: het is een magnifiek ontwerp dat kwa schoonheid en boodschap de Eiffeltoren ruimschoots zou hebben overtroffen.
De architect van de UniCredit toren in Milaan is Cesar Pelli, een Argentijnse snuiter die wel meer banktorens deed. Helaas kan ik niet veel over zijn politieke leaning vinden, maar ik vind zijn allusie naar Tatlin in combinatie met zijn reguliere bouwheren op zijn minst verwarrend. Dat komt evenwel door mijn gebrek aan kennis. Ik denk er daarom maar het mijne van en dat is dat Pelli knipoogt naar de politieke aarts-opponenten van zijn opdrachtgever. Zo is de Milanese skyline, in principe een gruwelijk samengeraapt misbaksel van de allerhoogste orde, toch nog enigszins aangenaam te noemen.
Voor de volledigheid: ik ga ervan uit dat dit vorm-citaat van Pelli een bewuste keuze was, anders zit ik er wel heel erg ver naast met mijn koude-grond analyse en heb ik een veel te hoge pet op van deze bouwmeester. Ik kietel mijzelf echter bijzonder graag met dit soort gedachten, dus ik zeg: “goed bedacht, Pelli …”