Het was weer eens aangenaam om twee vliegen in één klap te slaan. De eerste vlieg was een uiterst interessante historische verhandeling over een 14-tal gebeurtenissen waarbij even zo vele mensen zich een plaats in de geschiedenisboeken verdiend hebben. De tweede vlieg was een leesexercitie in dat prachtige Duits, waarbij het Nederlands in vergelijking eigenlijk maar een zielige vertoning is. Als de Duitse taal het niveau van de edele kunst der Wing Chun heeft, dan is het Nederlands een rudimentaire vorm van knotsvechten. Daar kunnen we verder heel normaal over doen.
Sternstunden der Menschheit (1927, 1940, 1945) dus;” Stephan Zweig schreef in de jaren voorafgaand aan 1927 deze verzameling historische miniaturen, waarin een hoofdpersoon iets doet waarmee hij zich onsterfelijk maakt voor de mensheid. In de jaren 1940 en 1945 werd de collectie uitgebreid met een aantal anekdotes. Onsterfelijkheid betekent (ook) hier: voor eeuwig beroemd en verbonden met een prestatie waarvan de uitwerking de wereld veranderd heeft. Het komt waarschijnlijk wat cryptisch over, maar zo zit het wel.
De inhoud maakt het iets duidelijker. De verhalen dragen echter niet altijd even betekenisvolle namen zoals” “Die Weltminute von Waterloo”, “Die Marienbader Elegie”, “Die Entdeckung Eldorados”, “Heroischer Augenblick”, “Der Kampf um den Südpol”, “Flucht in die Unsterblichkeit”, “Die Eroberung von Byzanz”, “Georg Friedrich Händels Auferstehung”, “Das Genie einer Nacht”, “Das erste Wort über den Ozean”, “Die Flucht zu Gott, Der versiegelte Zug”, “Cicero” en “Wilson versagt”. Ik zou uit deze lijst bijvoorbeeld nooit halen dat één van de verhalen over de componist van de “Marseillaise” gaat, de omstandigheden waaronder het lied is ontstaan en de snelheid – of juist niet – waarmee het” als volkslied” uiteindelijk heel Frankrijk heeft veroverd. Ofwel, de inhoudsopgave laat niet direct zien hoe ontzettend interessant dit boekje voor de liefhebber eigenlijk is.
Zitvlees is wel vereist, want de anekdotes gaan af en toe wat ver in een diepte die slaapverwekkend kan zijn. Dit geldt vooral voor de emotionele bespiegelingen die bij sommige van de hoofdrolspelers uitvoerig worden beschreven. Dat maakt de verhalen overigens tot fictie, maar wel van een soort die sterke banden met de werkelijkheid heeft. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat alle ontboezemingen die staan opgetekend werkelijk uit dagboeken en zelfkronieken van de onsterfelijken komen. Enig fantaseerwerk moet er dus wel in zitten. Dat is aangenaam, want het maakt een en ander waarschijnlijk een stuk leesbaarder en het geeft de gebeurtenissen waarom het gaat ook wat extra glans; iets wat uitdrukkelijk de bedoeling lijkt te zijn. Zweig zelf daarover:
“Solche dramatisch geballten, solche schicksalsträchtigen Stunden, in denen eine zeitüberdauernde Entscheidung auf ein einziges Datum, eine einzige Stunde und oft nur eine Minute zusammengedrängt ist, sind selten im Leben eines Einzelnen und selten im Laufe der Geschichte. […] Ich habe sie so genannt, weil sie leuchtend und unwandelbar wie Sterne die Nacht der Vergänglichkeit überglänzen.“
Ik heb dit boekje van mijn schoonouders gekregen omdat zij denken dat het goede bagage is voor elke intellectueel die in de periferie van de geschiedenis geïnteresseerd is. Daarin moet ik ze gelijk geven.