Er zijn zekerheden in het leven die dat ook moeten blijven. Voor een wetenschapsvrind als ik hoort daar bijvoorbeeld de lichtsnelheid bij; als een van de vele constanten die als basis onder ons natuurwetenschappelijke denken liggen. Net zoals het kook- en vriespunt van water, die onder een druk van 1 atmosfeer resp. 100 en 0 graden Celsius zijn, zo is de snelheid van het licht – ongehinderd door verdichte media als glas of water – 300.000 kilometer per seconde; niet meer en niet minder.
Nu heb ik al een issue met het kennelijke toeval waaronder wij überhaupt zijn ontstaan en we het licht kunnen waarnemen “in the first place”. Het is iets wat ik zal moeten accepteren als “fringe benefit” van ons universum. Want” dat universum gedraagt zich sinds Newton, Einstein en Bohr op een manier die ik in rudimentaire vorm kan bevatten. Vooral Einsteins inzichten van de algemene en bijzondere relativiteitstheorieën bieden me de houvast die het bestaan van god radicaal overbodig maakt. Al was het alleen maar omdat de meest notoire misleide gelovigen -” de creationisten – principieel niet verder terug in de sterren kunnen kijken dan 4.000 (licht)jaar. Ouder is hun tijd niet, want dat zegt hun bijbel. De sterren die ik zie zijn echter veel en veel ouder, dus dat creationistische verhaal staat al op losse schroeven als ik ’s avonds naar boven kijk. Het blikveld van de creationist is dientengevolge” bewijsbaar en zelfverkozen beperkt. Hoe ze die hele oude zichtbare sterren dan wel verklaren – de oudste zijn wel 13 miljard jaar oud, weten we tegenwoordig – zoeken ze zelf maar uit. Ik weet hoe het echt zit en met mij een heleboel andere mensen. En het is de snelheid van het licht die daarbij” een cruciale rol speelt.
Tenminste, als die lichtsnelheid zich een beetje gedraagt. En daar wordt nu dus aan getwijfeld door” Professor James Franson van de universiteit van Maryland in Baltimore. Hij observeert namelijk lichtgedrag dat hem doet vermoeden dat de” snelheid niet constant is. Om kort te gaan: het licht dat vanaf een voor ons zichtbare supernova in onze richting beweegt, heeft een voorspelbare vertraging. De weg van Nova tot Aarde gaat in dit geval namelijk dwars door de” Magelhaense wolken heen en die nevels werken als een gravitatieveld op de vanuit de Nova passerende fotonen maar” niet op de meereizende neutrino’s. De neutrino’s vliegen op hun volle (licht)snelheid door, want die trekken zich helemaal niets van massa aan, terwijl de fotonen worden vertraagd. Dit schept een gelegenheid tot het doen van een meting. Het verschil in” de” aankomsttijden van de neutrino’s en de fotonen is dus (gelijk aan) de vertraging van de fotonen – ofwel de verlaging van hun snelheid; ergo: De Lagere Lichtsnelheid.
Het licht dat door een glas water reist doet hetzelfde. Dat gaat” ook langzamer met een vertraging die voorspelbaar is. Maar wat blijkt? De vertraging die aan licht wordt gemeten dat” door de Magelhaense wolken naar ons toe is gekomen, is niet conform de gecalculeerde vertraging die het volgens de regels der kunst zou moeten hebben. Daar zit een verschil in van enkele uren. Dus in de traditie van Popper moet” je dan gaan nadenken over alternatieven voor de lichtsnelheid, omdat deze observatie de theorie misschien wel onderuit haalt. Falsificeren heet dat. Of je moet je afvragen of de neutrino’s die je gemeten hebt wel met dezelfde taxi van die Nova vandaan zijn gekomen als de fotonen die te laat waren.
Ik laat het even aan de knappe koppen over om deze discrepantie met Einsteins idee van een constante lichtsnelheid te verklaren. Vooralsnog ga ik er van uit dat er nu net zoiets aan de hand is als met die Italiaanse neutrino’s, die ineens” veel sneller waren dan de theorie dat toeliet. Maar” als Franson gelijk heeft, dan kunnen” de creationisten met hun gefabriceerde scheppingsverhaal een paar miljard” jaar minder” van” de leeftijd” van het heelal” afpellen. Want als licht soms langzamer reist” dan verwacht, dan staan sommige sterren, nevels of” melkwegstelsels misschien dichter bij” ons dan we nu denken. Andersom werkt het natuurlijk ook zo, maar dan in tegengestelde richting. Ik zeg het er voor de verdwaalde gelovige die hier terecht is gekomen maar even bij.
Ofwel, als de lichtsnelheid verandert dan verandert ook ons idee over de ouderdom van het universum. Net zoals met het gesodemieter rond de massa van het Higgs-boson – dat de astrofysische theorievorming aardig op zijn kop heeft gezet – moeten we dan ook Einstein gaan heroverwegen. En dat terwijl alle andere experimenten hem juist gelijk lijken te geven.