We staan aan de vooravond van een van de grootste flaters in de Nederlandse verkeersgeschiedenis. We trekken de maximale snelheid voor gemotoriseerd snelverkeer op de snelwegen op naar 130 kilometer per uur.
Aldus is het resultaat van het gesteggel en gelobby van een heleboel populistische elementen in onze politiek en een libertaire premier – die geen kinderen heeft om zich zorgen over te maken – en zijn achterban van BMW-scheurders met hun grote motorvermogens, dikke portefeuilles en kleine pieletjes. De vele profielneuroten die onze natie rijk is willen hard kunnen rijden in ons land, en ze krijgen van onze regering hun onzalige zin. Dat is hoe je het volk voor je wint: brood en hard rijden, als het ware.
Populair of niet; uiteindelijk gaan we iets doen wat de maatschappij veel ellende gaat kosten maar wat de geld-junkies van Nederland desalniettemin tevreden zal stellen – en natuurlijk die 2 miljoen professionele rijstijlchauffeurs die ons land rijk is.
Ik kan mij herinneren dat die maximale snelheid al heel lang een issue is voor de VVD aanhang. En wat me daarbij zo verbaast is dat de hardrijders eigenlijk niets anders zien dan een lege snelweg – bijvoorbeeld ’s nachts – waarop ze dan maar 120 mogen rijden. Over alle implicaties die rond zo’n snelheid hangen wordt nooit met enig woord gerept. Voor mij onderstreept dit ten zoveelste male weer eens de ongevoeligheid en de domheid van die gefrustreerd automobilisten, die denken dat ze in de microkosmos van hun voertuig de hele wereld aankunnen. Mentaal zijn ze echter zo beperkt als hun blikken mini-universum. En als het aan mij zou liggen zou precies die groep verkeersgebruikers veel lager in aanzien staan en verder onderin de pikorde zitten dan nu het geval is. Voor mij zijn het de paria’s van het verkeerslandschap.
Iedereen zou het moeten snappen: een hogere maximale snelheid betekent meer verkeersdoden, meer overlast in de vorm van geluid en emissies, en meer verbruik van fossiele brandstoffen. En het geeft zeer te denken dat Nederland nu laat zien dat zij aan die argumenten geen boodschap heeft. Ze doet dat ook nog eens precies op het moment dat zelfs in Duitsland de roep om een maximum snelheid – op 120 kilometer per uur – steeds sterker wordt en op steeds meer wegen wordt ingesteld. Daar is het een ecologische overweging – naast het feit dat ze het in Duitsland zat zijn om als Europese racebaan bekend te staan. Ook verlaagt Spanje deze week haar limiet om het verbruik van olie terug te dringen. Maar niet Nederland. Nederland laat gewoon zien dat ze zich niet druk kan maken over verkeersdoden, energieverbruik, herrie en stank of astmatische kinderen die worden veroordeeld tot uitlaatgas-kettingroker.
Het zal wel in een algemeen verkeersinzicht van de Nederlander zitten. Die zeuren altijd zo hard over die andere Europeanen die niet kunnen rijden… Natuurlijk zijn wij de verkeersexperts die alles goed doen en dus niet voor meer slachtoffers gaan zorgen als we harder mogen rijden… Maar het zit in het echt natuurlijk anders. Nederlanders zijn net zo beroerd in het verkeer als alle andere Europeanen. En het begint al vroeg -” op de fiets namelijk. Scholieren rijden met 3 á 4 mensen naast elkaar door het drukke ochtendverkeer en kijken eigenlijk nauwelijks op of om als ze oversteken of afslaan. Ze worden daarom ook regelmatig doodgereden.… door die automobilisten die niet veel beter zijn. Het komt er op neer dat we eigenlijk niet adequaat leren hoe we ons in het verkeer dienen te gedragen.
Even terzijde: ik hoor hier vaak zeggen dat “ze in Duitsland niet kunnen rijden” terwijl Duitsers een vele male betere rijopleiding krijgen dan wij en zich veel minder vaak aan zaken zoals bumperkleven, irritant rijgedrag en afsnijden schuldig maken. Dat lijkt toch vooral een Hollands feestje te zijn.
We weten niet veel. En toch heeft elke automobilist altijd recht op zijn gelijk – ook al heeft hij dat niet. Een groot probleem is bijvoorbeeld dat de Nederlandse automobilist in de regel nog steeds niet weet dat ook fietsers van rechts voorrang hebben op auto’s. Ikzelf word regelmatig bijna aangereden omdat zo’n sukkel achter het stuur dat simpele feit niet kent. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. In z’n algemeenheid lijken veel mensen te denken dat de verkeersregels er voor anderen zijn maar niet voor hen. Zij zijn beter en professioneler, dus ze kunnen harder rijden, door oranje scheuren, met één hand aan het stuur de ingewikkeldste bochten nemen, telefoneren en sms-en tijdens het rijden, voetgangers op zebrapaden negeren, rechts afslaan zonder op fietsers te letten, gehaast en onvoorspelbaar van rijbaan wisselen en ga zo maar door. Wat een geweldige mensen vinden die automobilisten zichzelf eigenlijk. En wat een beschamende zelfoverschatting is dat. Ik denk precies het tegenovergestelde: iemand die zich in het verkeer niet aan de regels houdt, is gewoon een slechte bestuurder. Klaar. Geen speld tussen te krijgen.
We gaan naar de 130. En we handhaven waarschijnlijk pas vanaf 139 dus zal de werkelijk gereden snelheid wel tegen de 140 gaan lopen. Dat is heel erg hard. We doen het niet omdat het beter is, maar omdat er een contingent automobilisten is dat schijt heeft aan de rest van de wereld. En onze premier steunt ze daarin. Zo ver is Nederland afgegleden. Het bestuurlijk populisme noem ik dat maar – de wekelijkheid van een rechts Nederland. Gaat het ook iets opbrengen? Ik denk het niet. Mijn eigen experimenten over 500 kilometer Duitse snelweg laten zien dat er een verschil van 20 minuten zit in de tijd die nodig is om die afstand te overbruggen bij een snelheid van 100 of 160 kilometer per uur. Dat is een wel heel marginale winst. En laten we wel zijn: die afstand bestaat in ons land niet eens – zelfs niet als je diagonaal van Den Helder naar Maastricht rijdt. Dus wat is de geprojecteerde winst tussen Den Haag en Utrecht, om maar een zijstraat te noemen? Precies! Hebben we dat door, sukkels?