Dit is een gekke tijd. Dat is niet in de laatste plaats zo omdat ik vrijwel geen letter op papier krijg en ik in mijn leven nog niet zo weinig heb gelezen als in de laatste drie weken. Word ik oud? Dat is wel te hopen. Maar dat is niet de reden voor mijn toch al onaangenaam lang aanhoudende literaire lethargie. Ik zie wel dat ik nog best een aardige alliteratie in elkaar kan flansen, maar dat is het dan ook ongeveer wel.
Toch maar een poging wagen, want mijn verbazings- annex irritatie-gen wordt vandaag eindelijk weer eens voldoende geactiveerd om in het toetsenbord te klimmen; zij het in zeer milde vorm. De oorzaak: twee berichten met een staartje dat ik niet kan plaatsen.
Het eerste bericht gaat over Shell, dat na een serie proefboringen in het Noordpoolgebied heeft bedacht dat ze er toch maar geen olie of gas gaat winnen. Er werd gisteren nog vrij wild gespeculeerd over het waarom ervan, maar voor mij is dat minder belangrijk dan het blote feit. Niet boren op de Noordpool is goed. En als een grote jongen als Shell reden ziet om het ondanks een enorme investering toch maar niet te doen, dan is dat goed nieuws. Wie weet volgt de rest van die suffe fossiele-brandstof-industrie dan vanzelf. We mogen er ook een beetje trots op zijn: Shell is een grote speler en er wordt wel eens naar geluisterd. Maar dan is er die staart aan dit bericht, waarvan ik niet weet wat ik ermee aanmoet: er zijn nu toch weer protesten tegen Shell en wel vanwege de boringen op de Noordpool; die dus niet doorgaan. Waarom dan? Is het relevante actiecomité bij Greenpeace niet op tijd op de hoogte gebracht of zijn ze nog niet helemaal wakker? Wie het weet mag het zeggen.
Bericht twee gaat over Cuba, wiens president Raoul Castro de 70-jarig jubilerende plenaire vergadering van de V.N. heeft toegesproken. Daar zei hij onder meer dat de verhoudingen tussen Cuba en de V.S. pas normaal kunnen worden als de sancties tegen Cuba worden opgeheven, als de anticommunistische radio-uitzendingen vanuit Miami worden stopgezet en als de marinebasis Guantanamo – een stukje V.S. op Cubaans grondgebied – aan Havanna wordt teruggegeven. Ook hier snap ik de traagheid van de politiek niet. Er zijn al ambassades geopend in Havanna en Washington dus de diplomatieke betrekkingen zijn weer hersteld, maar de sancties zijn nog ongewijzigd. Ik begrijp dat het ontruimen van een marinebasis ingewikkeld en tijdrovend is. Hetzelfde geldt voor de anticommunistische radio, die waarschijnlijk een legaal particulier initiatief van Amerikaanse ex-Cubanen is, dat niet zomaar kan worden gesmoord. Maar dat de economische sancties tegen Cuba – die toch binnen enkele seconden kunnen worden opgeheven – nog bestaan, begrijp ik dus niet.
Het zal bij al deze issues wel om “draagvlak” gaan. Ik geef toe, dat is een fenomeen waarmee ik niet superveel opheb. Democratie kan op momenten buitengewoon verlammend zijn.