Gisteren is er wederom een belangrijke stap gezet door Argentinië. De Volkskrant bericht vandaag dat daar een van de meest prominente beulen van het Videla regime (1976 – 1983)” – Oud-fregatkapitein Astiz – is veroordeeld voor 86 mensenrechtenschendingen in het voormalige marineopleidingsinstituut Escuela de Mecánica de la Armada (ESMA). De ESMA was hét martelcentrum van de dictatuur. Vijfduizend tegenstanders van het regime kwamen via de ESMA aan hun einde. Slechts een honderdtal overleefde de folteringen.
Astiz’ bijnaam luidt “De Blonde Engel des Doods”, een eretitel die hij nu voor de rest van zijn hopelijk miezerige leventje in de gevangenis kan voeren.
Ik zie de laatste jaren met grote regelmaat functionarissen van kwaadaardige regimes voor de rechter verschijnen, waarbij ze ook echte substantiële straffen opgelegd krijgen en ik moet toegeven: dat geeft me een uitstekend gevoel. Een goed teken vind ik ook dat er op meerdere plaatsen amnestieregelingen vervallen, waardoor het mogelijk wordt om schenders van mensenrechten, die dachten dat ze buiten schot van de gerechtigheid konden blijven, aan te pakken. Dit geldt ook voor Astiz. Ook Argentinië had een algehele amnestie ingesteld voor de criminele militairen van Videla, maar die is in 2003 door de toen aantredende president Néstor Kirchner afgeschaft. Kirchner voelde goed aan dat zijn land het trauma van het vuile, door de V.S. en haar neo-liberale Chicago School economen gesteunde regime nooit te boven zou kunnen komen, als de uitvoerders ervan doodleuk ongestraft zouden blijven.
Hij had gelijk. Uit de opgeluchte reactie van het volk op de straat gisteren wordt duidelijk hoe zeer Argentinië behoefte heeft aan een degelijke en rechtvaardige afsluiting van haar afschuwelijke verleden.
Astiz, die nu voor altijd achter de tralies verdwijnt, is een arrogante bal van 59 die het alleen al vanwege zijn verachting voor zijn medemens niet verdient om vrij rond te lopen. Gelukkig vond de rechter dat ook en komt hij als het meezit nooit meer buiten de muren van de gevangenis. Ik hoop dat hij erg oud wordt. Een vergelijkbaar lot is 250 oud-functionarissen van de dictatuur al ten deel gevallen en voor nog 820 anderen – waaronder de vader van onze prinses Máxima, Jorge Zorreguieta – dreigt hetzelfde. Het zal geen troost zijn voor de 30.000 mensen die door de hand van de junta de dood vonden, maar het is beter dan niets. Het is zelfs zo dat ik – in mijn pubertijd en jongvolwassen leven een getuige op grote afstand – een gevoel van overwinning niet kan onderdrukken. Toentertijd, het nieuws uit Zuid-Amerika op televisie volgend, werd ik al bijna misselijk van ongenoegen bij de berichtgeving over die gewelddadige Junta’s daar – en van het idee dat de onderdrukkers met hun misdaden zouden kunnen wegkomen. De wereld is nu gelukkig anders. Boontje komt uiteindelijk toch om zijn loontje.
Statistisch bekeken komt het bovenstaande neer op 28 doden per functionaris, die – als ik het goed begrijp – soms geen enkel berouw tonen. ‘Het grote probleem was dat we mensen hebben laten leven’, zei bijvoorbeeld Jorge Acosta – hoofd van een repressiegroep in het ESMA – in zijn slotrede tegenover de rechtbank die hem gisteren eveneens tot levenslang veroordeelde. Ik vraag me bijna af of zulke hartvochtigheid het gevolg is van de Nazi-influx in de tweede helft van de jaren (19)40 die veel kopstukken van het Hitler-regime van vervolging gevrijwaard heeft, maar dat zal wel een illusie zijn.