Met buitengewoon gepaste en vooral ook boven-proportionele ongepaste trots, noteer ik vandaag dat koning WimLex zojuist ons QBit computer lab heeft geopend. Die trots heb ik helemaal niet vanwege hem, maar die heb ik vanwege de machine die daar staat.
Die machine is namelijk een super-super-computer van een voor de leek onvoorstelbare klasse. Even een vergelijking maken: de geprojecteerde QBit computer die bij ons hier op de rol staat laat de rekenkracht van de huidige supercomputers van SARA-Amsterdam bijvoorbeeld – en ik citeer hiervoor George van Hal (VK) – “tot die van slechts simpele telramen verbleken”. En zo is het maar net. De QBit gaat ons leven zo drastisch veranderen, dat we in de toekomst deze Ãœber-hippe Tech-periode als een soort stenen tijdperk zullen beschouwen. Overigens is die vergelijking bijna letterlijk te nemen: de huidige chips worden op silicium gebakken, iets wat we ook wel “zand” noemen.
De QBit dus, en met de QBit het illustere diepgevroren Majorana-deeltje, dat het medium zal worden waarmee het echte rekenwerk wordt uitgevoerd. Beide fenomenen bevinden zich as we speak ongeveer zo’n 200 meter hemelsbreed van mijn werkplek vandaan. Ik moet zeggen, het voelt aan als de eerste warme lentezon die over mijn gezicht heen strijkt en ik geniet er schaamteloos van. Ik voel me als een jongetje met een nieuw stuk ontzettend duur speelgoed. Dat is best een prestatie, want ik mag niet eens bij het ding in de buurt komen. Het QBit lab is verboden voor onbevoegden en ik ben als dienst-ambtenaar van alles maar absoluut niet bevoegd. Misschien als ik professor Kouwenhove eens lief aankijk als ik hem bij de lunch tegenkom, wellicht maak ik dan een kans. Ik acht die echter gering, want iedereen weet dat mannen van zijn kaliber helemaal niet eten.
Voor de werking en nitty-gritty van de quantumcomputer verwijs ik naar de enorme berg documentatie die daar ondertussen over bestaat. De achtergrond van mijn notitie is namelijk heel iets anders dan wat dat ding kan. En dat is: het vormt het zoveelste bewijs voor de juistheid van de quantum-mechanische theorie over materie op de superkleine schaal! Ik weet namelijk dat er erg veel mensen zijn die er een groot probleem mee hebben dat een elementair deeltje – zoals een elektron of een quark – eerst een golf en pas daarna een punt-deeltje is (afhankelijk van of je er naar kijkt of niet) en dat het ook nog eens met een tweeling-deeltje over vele lichtjaren ver kan communiceren. Zonder tijdverlies. Dat wordt dan “verstrengeling” genoemd, een attribuut dat ook voor computing is te misbruiken.
Schiet mij maar lek, maar dat zijn voor mij, als rechtgesnaarde quantum-leek met hooguit wat “fringe-education” op dit gebied, toch hersenkrommende gedachten in het kwadraat. Voor de wetenschappers die wel in deze tak van sport opereren trouwens ook. Want wat zei Feynman ook alweer? “Als je denk dat je quantummechanica hebt begrepen, dan snap je er geen ene bips van…” of iets van die strekking.
Bewijs dus, weer dat bewijs. Voor één van de meest esoterische wetenschappelijke theorieën die volgens mij ooit het daglicht hebben gezien. Ik krijg er maar geen genoeg van. En ook hierin zit iets quantum-achtigs: De wereld die we niet kennen wordt steeds kleiner en steeds groter tegelijk. En daar krijg ik het nou helemaal warm van.