Wat een geinig toeval. Er stond hier nog iets op stapel over de publieke tegenstand tegen dierproeven en mijn visie daarop; iets wat ik vandaag wilde afschrijven. Tegelijkertijd kwam er gisteren op het journaal de melding dat onze Nederlandse wetenschappers erin geslaagd zijn om” van stamcellen” kunstmatige muizenembryo’s te kweken. Ofwel, er werd geen gebruik gemaakt van een ei- en een spermacel. De verwachting is dat het binnen enkele jaren mogelijk zal zijn om op deze manier ook levende muizen te maken.
Het is goed nieuws, omdat het wellicht een oplossing biedt voor het anti-proefdieren gezever dat momenteel zo hip is. Als je de dierenlievende goegemeente van tegenwoordig moet geloven, dan is het onwenselijk en onethisch om proefdieren te gebruiken voor medisch onderzoek. Ik denk met mijn rechtgesnaarde tech-moyo natuurlijk dat dit grote onzin is, uitgekraamd door onwetende en naïeve prietpraters die niet in de gaten hebben hoe afhankelijk de mensheid is van medicijntests op levende dieren. Zoals de kop hiernaast al stelt: zonder dierproeven komt er geen medicijn voor de ziekte van Alzheimer, en het is niet de enige remedie die geen schijn van kans maakt als dierproeven niet meer zouden mogen.
Ik vraag me met recht af of die activistenhippies dat wel helemaal snappen. Mijn ervaring met vogels van dat pluimage is dat ze veel scheren maar weinig wol hebben. En een realistische kijk op onze moderne samenleving die volstrekt afhankelijk is van high-tech, industriële voedselproductie, wetenschap en geavanceerde medische technieken, is in de regel ook ver te zoeken. De arme misleide activisten lijken niet gehinderd te worden door enige kennis van zaken en kunnen daarom zeggen wat ze willen. Wat ik wel zou willen weten, is hoe snel de dierenliefde verdwijnt op het moment dat er een enge ziekte wordt geconstateerd; bij henzelf of bij een naaste. Mijn voorspelling: die verdwijnt vrij rap als sneeuw voor de zon.
Die hippies irriteren me mateloos vanwege de domme inconsequentie van hun handelen. Ik ken er een heleboel, in veel verschillende landen, en ze zijn allemaal hetzelfde. Ze hebben een grote waffel als het om het welzijn van onze planeet gaat, maar als het ze uitkomt stappen ze net zo gemakkelijk in een auto, nemen ze een intercontinentale vlucht naar dat romantische Afrika of gebruiken ze high-tech apparatuur alsof het aan de bomen groeit. Daarnaast onttrekken ze zich collectief aan de verantwoordelijkheid om mee te werken aan de ongetwijfeld complexe oplossingen die we voor onze – in 150 jaar zorgvuldig opgebouwde – puinhoop nodig hebben; bijvoorbeeld door zich goed te laten opleiden. Een van die wijsneuzen had, zoals ik al eerder eens stelde, ooit zelfs het lef om een iPad “natuurlijk” te noemen, alsof het ding kan bestaan zonder een menselijke ingreep. “Hoe dom kun je zijn,” denk ik dan. Cognitieve dissonantie is het, van het allerzuiverste water. En het getuigt van een zeer selectieve moraal, iets waar ik erg slecht tegen kan.
Bij het heugelijke bericht van de kunstmatig gekweekte muizen-embryo’s kwam de mededeling dat het met deze techniek straks ook mogelijk is om menselijke embryo’s te fabriceren. Ook dat is goed nieuws. Het is binnenkort dus mogelijk om daar eveneens onderzoek op te doen om het effect en de werking van nieuwe medicijnen op mensen goed te kunnen bepalen. De volledige scoop van de techniek is nog niet duidelijk, maar de mogelijkheden die het in de nabije toekomst gaat bieden zijn veel talrijker dan we – of in ieder geval ik – nu kunnen verzinnen. Dat het een buitengewoon belangrijke mijlpaal is voor de medische wetenschap staat wel als een paal boven water. Ik verwacht dat het vigerende verbod op het gebruik van menselijke embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek daarom – terecht – zal worden heroverwogen. Wat mij betreft kan dat morgen al, om zo onderzoek en experimenten op traditioneel verkregen embryo’s toe te staan, maar de politiek zal wachten op het moment dat de nieuwe kweektechniek levensvatbare embryo’s gaat opleveren. Gelukkig is dat sinds gisteren een grote stap dichterbij gekomen.