, een Moleculair-Bioloog aan de Manjing universiteit in China, blijkt dat plantaardig materiaal dat wij eten invloed heeft op onze fysiologie.
Dat is geen erg buitenissige conclusie, zou ik zeggen. Want wisten we dat niet al heel lang? Over eten alleen gaat het trouwens ook niet, als je het mij vraagt. Als ik bijvoorbeeld in mijn blote kont door een veld met brandnetels loop, dan ga je dat aan mij zien. En als ik een halve kilo Gevlekte Scheerling naar binnen werk, dan ga ik dood. Ik heb niet heel veel fantasie nodig om nog een paar van die voorbeelden te geven.
Maar iets dichter bij huis: je bent wat je eet. Dat horen we allemaal al van kinds af aan. We weten daarom ook allemaal, dat als je bagger naar binnen werkt, dat je daar op een gegeven moment ook uit gaat bestaan. Mensen die veel varkensvlees eten zien er op den duur ook als varkens uit – qua huid dan. Dus neem je veel kunstmatig gefabriceerde stoffen in – die nog niet zo heel lang bestaan – ga er dan maar van uit dat die op den duur een effect op je hebben, dat niet onverdeeld goedaardig hoeft te zijn.
Met medicijnen worden “lange termijn effect” tests gedaan, om zeker te weten dat er geen schadelijke effecten bij langdurig gebruik – of na pas heel lange tijd na gebruik – kunnen ontstaan. Maar of dat soort tests ook normaal is voor voedsel-additieven, betwijfel ik eerlijk gezegd. Al die aromatisch chemicaliën die ze daar in Wageningen in elkaar sleutelen en die door onze “voedsel”-producenten worden gebruikt – en trouwens ook al die andere stofjes die er voor het gemak van de producent in zitten en niet voor de consument – geven geen reden tot vertrouwen.
Hoog en laag geredeneerd kunnen we er met een gerust hart van uit gaan dat ons eten een effect heeft op ons lichaam, onze cellen en darmen bijvoorbeeld, waarvan niet gezegd is dat het in principe een goed effect is. De ingrediënten van dat wat wij als voedsel naar binnen scheppen, hebben een zichtbare werking op ons macro-niveau, zoals we al heel lang weten. Dus dat is een waarheid als een open koe intrappen.
Chen-Yu Zhang heeft echter een effect van een andere magnitude ontdekt – zegt hij, namelijk een op het micro-niveau. En op zich vind ik dat niet eens zo’n on-plausibel verhaal. Hij stelt namelijk dat er plantaardige stoffen zijn die zich in ons lichaam als RNA kunnen gedragen. Dit zijn zogenaamde boodschappers, die weer eigenschappen – of beter, expressies ervan – op het DNA kunnen aan- of uitzetten. Met andere woorden: het zou kunnen dat de stoffen die we eten een directe invloed hebben op fysieke eigenschappen die zich bij ons manifesteren, omdat het daarvoor gecodeerde DNA door die stofjes wordt in- of uitgeschakeld.
Nou, mooi is dat. Ik weet dat we veel DNA delen met andere soorten. De Chimpansee komt met zijn 99% dekking heel dicht in de buurt van onze genen, maar een ordinaire krop sla met haar 20% menselijkheid is ook niet zo maar uit te vlakken. Ik ga ondertussen wel uit van een soort evolutie-netwerk in plaats van een evolutie-boom, want er schijnt nogal wat horizontale DNA migratie tussen de verschillende soorten plaats te vinden. Dus waarom zouden er geen effecten op menselijke DNA expressies kunnen bestaan die door uit ons voedsel afkomstig RNA worden veroorzaakt? Als dat namelijk niet zo is dan zou dat een eigenaardige isolatie binnen het hele DNA mechanisme zijn, denk ik dan als leek.
Nu heb ik nog meer redenen om na te denken over wat ik eet dan ik al had. Mijn neiging gaat al in de richting van natuurvoedsel en het vermijden van kunstmatig gepielemuis met zaken die wel op eten lijken maar dat niet zijn. Dan ben ik er tenminste zeker van dat alle RNA – die in mijn lichaam een polonaise met mijn DNA doet – natuurlijk is en niet uit een of andere reageerbuis komt. Je moet toch ergens je valse gevoel van veiligheid vandaan halen…