Aangezien ik geen geld had in het IceSave project, heb ik gemakkelijk praten. Maar ik moet de IJslanders nageven dat ze zich kranig verweren in deze turbulente tijden.
Met buitengewoon veel plezier vernam ik de uitslag van hun referendum over de vraag of IJsland een paar miljard Euro, die de IJslandse regering voor IceSave had moeten garanderen, gaat terugbetalen aan Nederland en Engeland. Vanwege het faillissement van een paar IJslandse banken met Nederlands en Engels spaargeld er op, moest de garantie worden uitgekeerd, maar dat kon IJsland niet dragen. De garantie is daarom tijdelijk door Nederland en Engeland overgenomen en deze twee landen vorderen deze gigantische som geld nu van IJsland terug. Ze willen feitelijk dat de IJslandse belastingbetaler gaat bloeden om de Engelse en Nederlandse belastingbetaler te ontzien. Het zal echter niet als een verrassing komen: de IJslanders zelf denken daar volgens het referendum heel anders over. Ze gaan dat duidelijk niet doen.
IJsland is een landje met 600.000 inwoners. Door het gestunt van financiële instanties die in dat land gevestigd waren en door het plotselinge ontsteken van de wereldwijde financiële crisis, zijn er nogal wat spaarbanken omgevallen, waaronder dus ook IceSave in IJsland. Deze bank hadden kennelijk zo veel Nederlands geld in beheer, dat – als de IJslandse overheid garant zou staan voor die spaartegoeden – het risico om die paar miljard Euro eventueel te moeten ophoesten, één op één bij 600.000 IJslanders terecht zou komen. Nu ben ik geen raket-specialist, maar zelfs ik kan op mijn blote klompen aanvoelen dat dit geen gezonde situatie is. Stel je voor: 600.000 belastingbetalers (zuigelingen en bejaarden meegerekend) die garant zouden moeten staan staan voor een paar miljard Nederlandse spaar-Euro’s? Het lijkt te belachelijk voor woorden, maar de situatie zat zo wel in elkaar. Het lijkt er zelfs op, dat er nog nooit iemand goed heeft nagedacht over deze garantie-constructie, anders kan ik mij niet voorstellen dat deze als zodanig intact gelaten was.
Laten we wel wezen: het garanderen van spaartegoeden door de overheid is als het uitschrijven van een blanco cheque. Hoe kan die overheid nu overzien wat het totale garantiebedrag is? Volgens mij kan dat niet. Ik heb het hier boven dan alleen nog maar over Nederlandse en Engelse spaartegoeden en over een enkele bank, maar het totale probleem is natuurlijk een factor groter.
Nu wil grote jongen Nederland de IJslandse mensen opdragen om hun economie voor een aantal decennia te ontwrichten zodat de Nederlandse overheid, die nu de garantie heeft voorgeschoten, schadeloos gesteld wordt. Die 600.000 mensen moeten een hele lange tijd krom gaan liggen om onze 16 miljoen mensen wat belasting te besparen. Wat een flauwe kul! En vooral ook schaamteloos; temeer omdat de Nederlandse belastingbetaler ook een enorm voorschot doet aan de Nederlandse banken die onderuit gegaan zijn.
Ik stel vanaf hier dat de IJslanders er goed aan doen dat geld niet terug te betalen. Wat mij betreft kan de hele regeling – voor zover die al bestond – van de baan. De Nederlanders die dit bekostigen – zoals ik zelf bijvoorbeeld, met mijn 1,5 mille aan maandelijkse belastingafdracht – kunnen dat stootje wel hebben. Het zou toch bezopen zijn als de IJslanders de rekening gaan betalen voor het falen van het mondiale financiële systeem? Om nog maar te zwijgen van de eigenlijke veroorzakers van de crisis, die nu vrijuit gaan: de bankiers. Zij zijn het, die deze super-chaos met hun buitensporige gegraai en hun onacceptabele roekeloosheid hebben veroorzaakt.
Dus: IJsland, zeg NEE tegen terugbetaling. Voor altijd. Ook in de toekomst en ook bij een schijnbaar gunstige regeling. De uiteindelijke lasten voor het wereldwijde financiële debacle moeten maar verhaald worden op de financiële instituten en hun exorbitant betaalde managers. Dat is waar het probleem begon. En als dat niet kan, dan moeten we het verlies maar nemen, zonder er daarna een landje als IJsland voor lastig te gaan vallen.