Ik ben diep geschokt door wat de Volkskrant mij vanmorgen wist te melden:
“Ontwikkelingslanden hebben de afgelopen tien jaar 227 miljoen hectare land (ruim vier keer Frankrijk) verkocht of verpacht aan voornamelijk buitenlandse investeerders. Dat stelt de internationale hulporganisatie Oxfam in een vandaag verschenen rapport. Volgens Oxfam Novib gaat de ‘concurrentie over land’ ten nadele van de allerarmsten.”
Ik werd net iets te misselijk van het bericht, dat overigens in meer media naar boven is gekomen, om het te kunnen negeren. Het persbericht en het originele rapport over deze nieuwe kolonisering van (bijvoorbeeld) grote delen van Afrika, laten niets aan twijfel bestaan over de beschamende revival van de uitbuiting van dit continent. Maar het schandaal prolifereert: ook Zuid-Amerika en Indonesië zijn als vanouds de sigaar.
Vroeger werd deze afpersing ter hand genomen door multinationals als de V.O.C., privé vorsten zoals Leopold II van België of door staatshoofden uit naam van hun betere faam en glorie zoals Mussolini. Het is nog maar een kleine en onvolledige greep uit die inktzwarte geschiedenis van ons beschaafde westen. En toch; de werkelijkheid van vandaag is vele malen schrijnender dan ik ooit zou kunnen verwoorden. Nu zijn het de multinationale bedrijven die deals sluiten met lokaal geteisem om na een snelle ontginning voedsel of brandstof voor de eerste wereld te gaan verbouwen. De bewoners en boeren die al ter plaatse zijn worden – ondanks zogenaamde “bescherming door de wet” – verjaagd van hun erf en beroofd van hun bestaansmiddelen en hebben alsnog het nakijken. En onze voorbeeldige en democratische regeringen, die natuurlijk tonnen boter op hun hoofd hebben, leggen deze bedrijven geen strobreed van betekenis in de weg.
De intentie die de rijke wereld op deze manier weer eens tentoonspreidt is indicatief voor haar berekenende en volstrekt strategisch georiënteerde denken, dat gespeend is van enig mededogen wat betreft de mensen die er de dupe van worden. Althans, daar riekt het toch wel heel sterk naar.
Bij gebrek aan democratische controle – een direct uitvloeisel van het feit dat er hier bedrijven (en China) en geen parlementair gestuurde staten aan het werk zijn – geef ik de slachtoffers van de nieuwe kolonies geen schijn van kans op een voor hen goede afloop van deze landdiefstal. Ik kijk het met toenemend afgrijzen aan en denk: “Wat is het eigenlijk verschrikkelijk om zoiets te moeten toegeven en weer te moeten constateren dat er tussen de raderen van het internationale geopolitieke gekonkel een heleboel mensen – die toch al bijna niets hadden – worden vermorzeld.”
Ik schaam mij heel diep voor het feit toch met deze criminele gang van zake verstrengeld te zijn – al was het alleen maar omdat ik een Europeaan ben die moet consumeren wat de multicriminals mij voorzetten. Bah! Ik heb ineens helemaal geen honger meer.