Een rechter in Keulen heeft afgelopen dinsdag bepaald dat het besnijden van een jong kind niet in de haak is en dat “het fundamentele recht van een kind op lichamelijke onschendbaarheid zwaarder weegt dan fundamentele rechten van de oudersâ€. Ook stelde hij dat “de religieuze vrijheid van de ouders en hun recht kinderen op te voeden, niet worden geschonden als ze moeten wachten tot het kind zelf kan bepalen of het besneden wil wordenâ€.
Zo, daar kunnen we het dan mee doen. De besnijdenis van jongens door joden en moslim staat weer eens op de publieke agenda. Het was te verwachten dat er uit de hoek van de religieuze raden een reactie zou komen in de trant van “dat moeten we op basis van ons recht op geloofsuiting – of zoiets – toch wel zelf kunnen bepalen of we de voorhuid van onze jongens wel of niet wegsnijden – zonder verdoving…?”
En inderdaad.” De Centrale Raad van de Joden in Duitsland, het overkoepelend Joods orgaan in de Bondsrepubliek, noemt in een reactie het vonnis “een ongekende en dramatische ingreep in het leven van religieuze zelfbeschikking van bevolkingsgroepenâ€. Voorzitter Dieter Graumann noemde “deze rechtspraak schandalig en ongevoeligâ€. (Bron citaten: Frankfurter Allgemeine – 26 juni 2012).
Je kunt er van vinden wat je wilt, maar ik vind het een teken van vooruitgang dat de zogenaamde religieuze verworvenheden die over de rug van mens of dier gaan, tegenwoordig worden bediscussieerd en uit de sfeer van de historische uitzondering gehaald worden. De agenda staat vol: besnijdenis van jongetjes en meisjes, de boerka, het onverdoofde rituele slachten én – zo lees ik vandaag – het verbieden van het dragen van geloofstekens door politiemensen. Die laatste is nota bene een issue dat door het CDA wordt gepitcht. Die stelt zelfs expliciet dat politieagenten geen kruisjes om hun nek mogen hebben als ze in dienst zijn.
Lekker doorgaan zo. De wereldlijke magistratuur kan recht tegenover de geloofsinstituten staan. Dat is wel eens anders geweest. De religieuze onaantastbaarheid uit de feodale middeleeuwen – de tijd waarin de kerk de vorsten nog moest sanctioneren om ze legitimiteit te verlenen – lijkt eindelijk echt voorbij te zijn. Althans, hier in Europa.