Andrea Vreede – archeologe, tolk-vertaalster, publiciste en NOS correspondente – heeft het voor elkaar gekregen om met wat welgeplaatste opmerkingen over Berlusconi de Italiaanse ambassadeur weg te jagen van de opening van een tentoonstelling over Etrusken in het Allard Piersson museum te Amsterdam.
We schrijven donderdag middag, 13 oktober 2011.
Deze vrouw, die ik normaal gesproken alleen tijdens het journaal in topics over Italië zie, heeft met haar actie mijn hartje gestolen. Ik moet evenwel toegeven dat dit niet meer heel veel nodig had, want ik vind haar al langer een zeer aangename verschijning op de televisie.
Nu heeft ze volgens de berichten tijdens dat openingspraatje wel iets heel explosiefs gezegd, dat mij subiet een extra streepje respect voor haar heeft gegeven. Mevrouw A. Vreede krijgt van mij een plusje achter haar naam. Waarvoor? Ze heeft – zo gaat het persbericht – tijdens haar rede de oude, op seks beluste Etruskische koningen vergeleken met Berlusconi – of beter gezegd, andersom. En ook kwam ze nog even terug op de laatste uit de rij van B.’s onsterfelijke opmerkingen, namelijk dat hij enkele dagen geleden had laten vallen dat hij zijn partij “Farza Gnocca” wilde noemen – een naam die verwijst naar het damesgeslacht.
Ik geef toe, het zijn geen prettige dingen voor een ambassadeur om over je politieke baas te horen, maar ze had toch nauwelijks anders gekund. Als je het over Berlusconi hebt, hoe zijdelings ook, dan kun je de drek die hij verspreidt met geen mogelijkheid ontwijken. Ik kan nog verder gaan en stellen dat de vergelijking van de geile Etrusken-koningen met Berlusconi nog een zeer milde en vriendelijke is. Ik zou daarmee wat minder ver terug in de tijd gegaan zijn en had hem zo naast Caligula gezet.
Iedereen die voor Berlusconi werkt maakt zich in feite een mikpunt van spot. Het is daarom een typisch gevalletje van Italiaanse krokodillen-temperament dat ambassadeur Franco Giordano met zoveel misbaar de zaal uit gelopen zou zijn omdat er nu eindelijk eens iemand – die de Italianen goed kent – iets zegt van de groteske seksueel georiënteerde focus van de Italiaanse minister president. Heel de wereld zit voortdurend met gekromde tenen naar die halve gare te kijken, en ik kan me eigenlijk niet meer voorstellen dat iemand hem nog serieus neemt. De ambassadeur heeft dat ongetwijfeld ook door, dus zijn verontwaardiging in commissie is niet meer dan een stukje toneel – maar wel met die Zuid-Europese verve.
Ik vind de verwijzingen van Andrea Vreede goed geplaatst, effectief en van een lang verwachte eerlijkheid. Jammer dat ik er zelf niet bij was, want dan had ik haar kunnen feliciteren met haar voortreffelijke resultaat. Een Italiaan publiekelijk opnaaien is misschien geen hele grote prestatie. Maar om er eentje, die door de wol geverfd zou moeten zijn vanwege de niet aflatende openbare stupiditeit van zijn chef, door het lint te laten gaan, dat is een eervolle vermelding waard.