Als ik de Duitse stralingsdeskundige Lengfelder moet geloven – wel een beetje geholpen door mijn wens natuurlijk – dan zijn de walvis en de tonijn voorlopig af van hun Japanse achtervolgers.
Het radioactieve niveau van de viskies rond Japan is dermate hoog dat consumptie ervan levensgevaar oplevert; in ieder geval op de lange termijn en met een minder dan zwakke blootstelling. Het is niet te geloven: de Fukushima ramp is misschien instrumenteel in het terugdringen van de Japanse vis-genocide.
Niet dat ik er erg lollig over wil doen trouwens. Ik heb ooit eens een reportage gezien over de schoonmaakploegen rond Tsjernobyl. Het was zeer triest om te zien hoe zij zich inkleedden in dunne overalletjes die ze zelf voorzagen van een zware loden onderbroek, om hun nageslacht te beschermen. Veel van deze mensen – die gebruikt zijn als nucleair kanonnenvlees – zijn vrij snel na dato gestorven aan acute stralingsziekte. Ze te horen praten terwijl ze hun schep oppakken om hun levensgevaarlijke werk te gaan doen is ijzingwekkend. Het cynisme druipt van de beelden af. En nu, in het Japanse Fukushima, gaat hetzelfde gebeuren met zeker de helft van de ploeg die daar nu aan het werk is.
It’s a dirty job, but someone’s got to do it… Dat mag zijn, maar daar hebben de slachtoffers in spé en de nabestaanden die ze gaan achterlaten helemaal niets aan. Ik stel me voor hoe het voor mezelf zou zijn als ik onder die omstandigheden zou moeten werken. Zou ik misschien mijn vrouw en kinderen nog even kunnen bellen om ze gedag te zeggen alvorens voor de keizer en het vaderland te sterven? Of zou ik ze nog kunnen zien en vasthouden voordat mijn cellen uit elkaar gaan vallen?
De gedachte aan een dergelijk scenario alleen al doet mij de koude rillingen over de rug lopen. Men zegt dat Japanners een stuk soepeler met dit soort rampspoed, dood en verderf omgaan dan een doorsnee westerling, maar ik weet ook dat zelfpreservering gewoon in onze hardware zit – weggerationaliseerd of niet. Hoe je het ook wendt of keert, wat er nu in Japan aan de hand is – de aardbevingen, de tsunami en de kernramp daar bovenop – is een menselijk drama van enorme magnitude. Het laat zien dat de wereld geen genade of gerechtigheid kent.