“The game is afoot!” Sherlock Holmes trapt met die woorden altijd zijn nieuwe avontuur af. Wat betreft het Iraans-Israëlische dispuut dat nu speelt, is dat “afoot-zijn” al een tijdje zo.
De eerste ronde van de gewapende strijd – die van eind vorig jaar – is reeds gespeeld en de volgende is nu in volle gang. De Iraanse geheime dienst strooit daarbij wild om zich heen met explosieven, waarbij zij zelfs haar eigen mensen kan zien vallen als slachtoffer van hun eigen onhandigheid.
Ik kan het natuurlijk niet helemaal zeker weten, maar ik zou het denk ik wel voor elkaar krijgen om een handgranaat af te leveren en daarbij toch ook beide benen stevig op de grond te houden. Meneer de Iranees, die gisteren in Bangkok een politieman wilde opblazen, had dat wat minder goed in de smiezen, naar het schijnt. Hij is bij zijn actie allebei zijn benen kwijt geraakt.
De ondergrondse schermutselingen tussen de irreguliere strijdkrachten van de beide landen zou een voorbode kunnen zijn van een veel heftiger, opener en impact-voller conflict, dat er volgens sommigen onmiskenbaar aan zit te komen. Waar nu nog Mossad en haar Iraanse tegenhanger onderling vuur uitwisselen, waarbij zowel combattanten als burgers doelwitten zijn, zal het er straks misschien wel uitzien als een volwassen oorlog op volle schaal. En als we erg veel pech hebben, dan wordt die nog nucleair ook.
Ik ben niet optimistisch. Het duurt nog maar kort voordat Iran onder de beschermende paraplu van haar nucleaire vooruitgang zal kunnen schuilen. Dat is het moment waarop haar capaciteiten, resources en de behaalde resultaten uit ontwikkeling en productie, dusdanig zijn voortgeschreden, dat zij niet meer zonder meer te neutraliseren zijn. Als ik de verschillende analisten goed begrijp, dan zou Israël wel eens een aanval op Iran uit kunnen voeren, voordat deze grenswaarde – een strategisch “point of no return” – bereikt. Daarna heeft het namelijk geen enkele zin meer.
Op zich is een aanval niets nieuws, want Israël heeft dat eerder gedaan. Wat mij verontrust is het feit dat Iran er beter op is voorbereid en minder scrupules lijkt te hebben als het om een vergelding gaat. Het eerste uit zich onder andere in de enorme fortificaties – ondergronds – die rond de Iraanse installaties zijn opgetrokken. Deze zijn daardoor schier onkwetsbaar geworden, wat een zinvolle aanval met conventionele wapens vrijwel onmogelijk maakt. Het tweede meen ik te kunnen aflezen aan de recente aanslagen in Bangkok, Tblisi en New Dehli, waarvan niet alleen Israël denkt dat deze door Iran worden uitgevoerd.
Als Israël een preemptive strike wil uitvoeren, die effect moet hebben voordat Iran in haar nucleaire comfort-zone zit, dan zullen ze moeten opschieten. En misschien moeten ze ook wel kiezen voor een onconventioneel wapen. Zelf voorziet Tel-Aviv een dergelijke – conventionele – actie voor het einde van de lente. En onze kleine strijder, minister van defensie Ehud Barak, door de wol geverfd op het slagveld en in de antiterroristische strijd van de jaren 70, trekt zich geen ene moer aan van de waarschuwingen die hem van alle kanten worden gegeven. En zijn baas, Benny Netanyahu, is al geen haar beter. Laten we wel wezen, terughoudendheid is traditioneel niet Israëls forté. Ik reken er niet op dat zij zich – zoals bij de eerste Golfoorlog wel het geval was – nog zal laten tegenhouden door mooie woorden van Amerikaanse presidenten, om maar iets te noemen.
Wat kan er nog gebeuren om deze berg stront, die naarstig op een ventilator ligt te wachten, uit de weg te krijgen, voordat het Midden Oosten – en daarmee de rest van de wereld – in brand komt te staan? De langverwachte contrarevolutie in Iran? Die heb ik ook al meerdere keren zien komen en uitgaan, voordat het regime van de ayatollahs ook maar de kans kreeg om overtuigend te vallen. Ik weet vrijwel zeker dat de Iraniërs zelf geen mot willen, en al helemaal niet met een nucleair Israël, maar wat kunnen ze doen tegen hun eigen machthebbers, die er een geheel eigen agenda op na schijnen te houden? Helemaal niets!
Ik vrees dat het weer gewoon afwachten wordt, en dat we maar moeten vertrouwen op de diplomatieke dienst van de V.S.. Als er iets in de wereld is dat Israël van een aanval op Iran zou kunnen afpraten, dan is zij het wel. Mijn gevoel van geruststelling groeit daardoor maar heel marginaal, moet ik gelijk toegeven. Ik heb wel eens betere kaarten gehad dan de V.S..