Naar aanleiding van het gezoem rond de media-blunder over Trump, die ondanks het mondiale geamuseer en de uitlacherij tijdens zijn campagne toch zomaar president van de V.S. wordt, vraagt ineens iedereen zich af hoe het eigenlijk is gesteld met onze nieuws-exposure. De media zaten er met hun genoegzame voorspellingen dat Trump te gestoord was om te worden verkozen goed naast. Ik ook, met mijn vertrouwen in het Amerikaanse electoraat, waarvan ik verwachtte dat het hem genadeloos zou afstraffen. Het mocht helaas niet zo zijn. Nu zit ik daar, met een uiterst gefrustreerd idee over die Yankees en een somber beeld van de toekomst. Iedereen die zegt te weten hoe het met Trump verder zal gaan roept maar wat. Niemand weet het echt.
Ik kom er wel weer overheen, alhoewel ik me over sommige dingen echt zorgen maak; vooral over het klimaat-akkoord dat Trump dreigt te torpederen. De rest van zijn narcistische retoriek geloof ik wel. Iets anders wat we ons allemaal mogen aantrekken is dat we bij de neus zijn genomen door… vooral onszelf. We hebben dat gedaan door – volgens een reguliere producent als De Volkskrant – af te gaan op nieuwsbronnen die geen nieuwsbronnen zijn, namelijk de sociale platforms FaceBook en Google+. Daarnaast waren de mainstreamers die het hadden kunnen weten ook niet echt goed in vorm en zij hebben ondertussen collectief het boetekleed aangetrokken. De New York Times ging daar tijdens het achtuurjournaal van gisteravond zelfs behoorlijk publiek mee, met de openlijke vraag of ze niet al teveel bias in hun eigen data hadden zitten; een bias die Clinton al als overwinnaar doodverfde voordat er gekozen werd.
Ik zou mezelf kunnen wijsmaken dat ik er niet voor ben gevallen en ik geef toe mijzelf – al dan niet terecht – beter geïnformeerd te vinden dan de gemiddelde nieuwsconsument. Dat komt vooral omdat ik veel boeken lees die een ondergrond bieden voor een opinie met een iets langere houdbaarheidsdatum en een bredere focus. Daarnaast probeer ik mijn overige bronnen zorgvuldig te kiezen en anders een bericht om te beginnen al met een flinke korrel zout te nemen. Zo denk ik mij in ieder geval enigszins in te dekken tegen nep-nieuws.
Even tussendoor: een en ander maakt me helaas niet universeel immuun voor aperte onzin, zeker niet als die goed verpakt is. En als ik al te besodemieteren ben, dan heeft de rest van de wereld geen schijn van kans. Ik denk dat graag van mijzelf. Goed gedoseerde zelfoverschatting is minstens net zo prettig als een goede borrel en heeft waarschijnlijk eenzelfde effect op mijn realiteitszin.
Het gevolg van de zoutkorreltactiek is dat ik zowel FaceBook als Google+ niet serieus neem als nieuwsbronnen. Dat heeft me er niet van weerhouden om af en toe eens te volgen wat er zich zo voordeed op de FaceBook-rol van mijn dame. Die heeft veel contacten aan de andere kant van de Atlantische oceaan en die heb ik sporadisch geobserveerd in hun Clinton vs Trump discussies gedurende de afgelopen maanden. Daar zag ik dat het intelligentiegehalte van wat ik las niet echt hoog was en dat inhoud zelden indringender werd besproken dan met veel hete lucht en direct op de huid. Er was effectief geen enkele diepgang en er werd vooral gezeurd over irrelevante zaken. Echte belangrijke issues werden vooral uit het zicht gehouden – zo leek het – en het grote voorbeeld voor deze beschamende non-inhoud werd geleverd door de kandidaten zelf. Eigenlijk zat het er daarom al in dat het electoraat met de onderbuik zou kiezen en niet met het hoofd.
Wat leer ik hiervan? Heel kort door de bocht, dat populisme waarschijnlijk zal toenemen en dat daarom het referendum moet worden afgeschaft. Verder zou een disclaimer in de FaceBook header waar je niet vanaf komt een goed idee zijn:
Misschien moet het zelfs meer “In Your Face(Book)” door er een hele persistente pop-up banner van te maken die je elke keer moet wegklikken. Met sigaretten waarschuwen we tegenwoordig ook op een niet mis te verstane manier. Daarbij zou je bijna gaan denken aan een complot met als doel de mensen minder te laten roken. Zoiets moet ook met de sociale media kunnen zou je denken.
Tenslotte: Obama heeft ook een mening, evenals Sundar Pichai, de topman van Google en FaceBooks Mark Zuckerberg…