Het is op zijn minst een semantisch ambigue uitspraak, dat Nederland de boot mist. En niet in alle betekenissen zal het kloppen. Maar wel in een aantal cruciale als ik het zo eens aankijk. Het is weer maandag en logischerwijs volgt dat op de zondag, de dag waarvan de avond bij mij thuis meestal wordt verzorgd door de VPRO. En zij, met het programma Tegenlicht, hebben Nederland weer eens fijntjes kunnen wijzen op een aantal issues waarmee wij Hollanders toch aan het kortste eind gaan trekken.
De eerste is een no-brainer, alleen weet ik niet waarom onze regeringen zo volharden in hun domheid. De Nederlandse wietteelt is nog steeds illegaal. Ik heb er hier al zo veel over gezegd, dat ik het niet nog een keer uiteen ga zetten. Het volstaat om te zeggen dat we een enorme kans aan het missen zijn, door niet de hele cannabis-keten van zaad tot rokertje te legaliseren. In de staat Colorado van het doorgaans niet echt vooruitstrevende Amerika hebben ze dat dus wel gedaan en het resultaat is in alle opzichten verbluffend. De afschaffing van de strafbaarstelling van deze “victimless crime” bespaart die staat nu niet alleen ettelijke miljoenen dollars per jaar aan zinloze – want niet effectieve – kosten voor” de vervolging van de happy smokers die niemand in de weg zitten. Daarnaast heeft de legalisering van de C‑keten er ook nog eens voor gezorgd dat er een enorme industrie rond dat spul is ontstaan, die nu dus een fikse kluit belastinggeld opbrengt. Tel die twee bij elkaar op en je hebt het over een enorme berg met geld. Want net zoals bij de verhandeling van sigaretten en alcohol, beide net als cannabis streng gereguleerd, worden er btw en” accijnzen betaald én zorgt de vette groei in werkgelegenheid ervoor dat de economie in die staat behoorlijk aan het aantrekken is. Daarnaast wordt er aan productontwikkeling gedaan, iets wat straks in de patentsfeer aardig wat gaat opbrengen. Niet voor ons Nederlanders natuurlijk, maar voor die Amerikanen. Waar wij ooit vooraan liepen met ons soft-drugsbeleid, lopen we nu hopeloos achter. Ik kan maar één conclusie trekken en dat is dat Nederland met haar achterlijke gedooggesukkel niet echt geïnteresseerd is in innovatieve kansen en – verbazingwekkend genoeg voor zo’n handelsvolk – ook niet in” geldverdienen aan een booming industry. Dat is jammer, maar ook heel erg helaas.
Nog zo eentje: in Duitsland, van nature niet echt een voorbeeld van alternatieve anti-bureaucratie, is het multi-generatiehuis opgericht. Het is een initiatief om alle mensen in onze moderne samenleving die op de een of andere manier dagelijkse “Betreuung” nodig hebben bij elkaar te zetten. Zo kunnen ze zich met elkaar bekommeren om” een zinvolle samensmelting” van alle doelgroepen: kinderen, bejaarden en (probleem)jongeren. Het multi-generatiehuis biedt dagopvang voor ouderen die hun tijd kunnen besteden aan kinderen die verzorgd moeten worden, waarbij ze worden bijgestaan door jongeren; naast de beroepskrachten die er ook zijn. En iedereen loopt er permanent door elkaar, zonder afscheidingen of kunstmatige segregaties. Eigenlijk komt het er op neer dat dit huis de oude meergeneratie extended familie nabootst, waarin iedereen zijn of haar plaats had. Het principe gaat slechts 50 jaar terug in de tijd, maar met deze intelligente manoeuvre wordt het zinvolle van de ouderwetse grootfamilie gecombineerd met de zeer moderne stijgende vraag naar kinderopvang en ouderenverzorging.
Wat het onderwijs betreft zie ik het in Nederland niet vooruit gaan. Dat is niet in de laatste plaats zo omdat effectieve, frontale lesmethoden steeds meer plaats maken voor ineffectieve zelfwerkzaamheid. We worden ook geplaagd door” dat twee-talige geneuzel en die eigenaardige afschaffing van de basisbeurs. En een andere omissie is – zo blijkt uit wat er in Engeland nu wel gebeurt – de voorbereiding op de werkvloer van morgen: kinderen leren geen echte informatica-vaardigheden. Dat is in de U.K. dus anders. Daar worden de kids tegenwoordig vanaf de lagere school onderricht in programmeren. Dat heeft zin. Zo voorkom je dat je een natie van domme knoppendrukkers opleidt, die verder niet veel anders kan dan schermpjes volgen en doen wat er gezegd wordt. Je vraagt je af waarom we ook daar niet inspringen. Het is evident dat de IT-component van het leven in welhaast alle facetten zal groeien en dat er” steeds meer navenante expertise gevraagd zal worden. Het heeft dus zin om daar veel vroeger mee te beginnen dan op het hogere onderwijs, zoals naar ik weet nu het geval is.
Er was een lichtpuntje gisteren op tv, al was dat niet bij de VPRO maar bij Nieuwsuur. Daar kwam die geweldige mevrouw Naomi Klein – bekend van dat zeer enerverende boek “The Shock Doctrine” (2007) – ons vertellen dat de opwarming van de aarde sneller gaat dan we willen weten en dat ons mooie Noordzeestrand er over 50 jaar niet meer zal zijn. Nu heb ik een zwak voor Klein’s kunnen en haar doeltreffende analyses, maar ik denk dat ze er wat onze kust betreft naast zit. Ons strand bestaat ook nog als we 100 jaar verder zijn, alleen ligt het dan een stuk westelijker in de richting van Engeland. Ik denk dat omdat onze ingenieurs er gewoon een kust zullen” bijbouwen als dijken alleen niet meer genoeg zijn. Zo doen wij dat namelijk in Nederland. Daar missen we dus letterlijk ook de boot, maar dat is juist goed.