Als ik bij tijd en wijle in een gesprek eens laat vallen waar mijn roots liggen – het Noord Italiaanse Friuli-Venezia Giulia – dan wordt ik nogal eens scheef aangekeken met een blik van “daar heb je weer zo’n corrupte Italiaan.…”
Italië is corrupt. Inderdaad. En je ziet dat ook heel goed in dat land – en iedereen weet het. Corruptie fungeert als een legitieme – zij het zeker niet legale – smeerolie in de raderen van de economie en de politiek en de Italianen begrijpen al sinds de Romeinen dat de wereld voor hen zo in elkaar steekt.
“In Nederland kun je de politiek of het bestuur niet smeren met geld.” Ik kreeg dat laatst als een ware klaagzang over mij heen van een ondernemer uit Turkije, die een vergelijking trok met de manier waarop hij in zijn land van herkomst zaken doet. Wat was er aan de hand? Hij heeft een probleem met het verkrijgen van verschillende vergunningen voor een restaurant annex nachtelijke friemelclub, die hij midden in een brave woonwijk wil uitbaten. De tent fungeert als afsleep-plaats waar Turkse mannen hun dames van plezier mee naar toe kunnen nemen of er eentje kunnen uitkiezen, zonder dat ze hun vrouw met hun hitsigheid hoeven lastig te vallen. Begrijpelijk genoeg weert de omliggende woonwijk zich met hand en tand tegen de afgifte van een vergunning door de gemeente, omdat omwoners geen herrie willen tot diep in de nacht en eigenlijk ook geen vermomd bordeel in de straat willen hebben.
De vergunning kon helaas niet worden gekocht, verzuchtte de ondernemer in kwestie mij. Met geld kon hij geen problemen oplossen. Het “sprak” hier niet, dat geld van hem. Dit stelde mij gerust, moet ik zeggen. Ik had het een probleem gevonden als deze meneer mij had kunnen vertellen dat het in Nederland net zo soepel zaken doen is als in Turkije. Hetzelfde geldt overigens voor elke Italiaan die iets soortgelijks zou verkondigen.
Met zo’n kreukelvrij staatsapparaat zou je haast gaan denken dat Nederland de deugdzaamheid zelve was, maar dat blijkt een grandioze misconceptie te zijn. Het zijn hier misschien niet de ambtenaren die corrupt zijn, maar de onfrisse verhalen over de ondernemers daarentegen beginnen zich toch fors op te stapelen. Een kleine greep uit het misdaadspectrum: bouwondernemers, notarissen, banken, olieproducenten, communicatieproviders en naar nu blijkt ook vastgoedhandelaren en ontwikkelaars – allemaal blijken ze zich schaamteloos te verrijken ten koste van de gemeenschap door fraude te plegen of door producten te verkopen die niets wezenlijks leveren maar wel winst opbrengen. Of er worden ordinaire kartels gevormd. En de brave Nederlander, die betaalt netjes de rekening.
Als ik die witte boorden criminelen op televisie zie, dan zien ze er altijd erg netjes uit. Ze hebben een jasje aan, een stropdasje om en ze krijgen naast hun enorme salarissen nog vette bonussen ook. En iedereen lijkt het maar normaal te vinden. Ik denk dat ik de conclusie van mijn Turkse voorbeeld hierboven maar eens ga omdraaien. Nederlanders zijn wel degelijk corrupt – zowel actief als passief – maar het lijkt zich vooral in het private leven af te spelen. Het zijn de ambtenaren die te vertrouwen zijn en het zijn de grootgeld-ondernemers die hier stinken naar de misdaad.
Als etnisch Italiaan heb ik wel een tip voor de rechtschapen Nederlanders, en dat is: wen hier maar aan. Zij die nu zo effectief frauderen in dit kikkerlandje blijven dat gewoon doen – niet in de laatste plaats omdat het populaire verzet ertegen nauwelijks substantie heeft.