Een nieuw onzalig idee over de regulering van dat Hollandsche kwaliteitsproduct – de onvervalste Nederwiet – ligt klaar in de ministerraad om geïmplementeerd te worden. De cannabis die een hoger percentage dan 15% aan de werkzame stof” Tertra-Hydro-Cannabinol (THC) bevat, wordt op lijst 1 van de opiumwet geplaatst. Daarmee wordt het een “hard-drug” en valt het onder het navenante repressieve regime.
De ministerraad kan op vrijdag aanstaande derhalve een einde maken aan het zo succesvolle gedoogbeleid, dat er al decennia voor zorgt dat onze vaderlandse rokers geen contact hoeven te maken met de onderwereld om aan hun paffertje te komen. Het is jammer maar helaas. De her-criminalisering van wiet doet vanaf morgen waarschijnlijk weer zijn intrede in onze maatschappij. Naar mijn mening – en die van vele, vele anderen – is dat een historische vergissing van een bijna precedentloos kaliber.
Het verbieden van cannabis die sterker is dan 15% is vooralsnog een papieren maatregel, of een naar kip smakende krokodil zo je wilt, omdat nu niet “off the shelve” testbaar is hoeveel THC een monster wiet bevat. Een zichzelf en de wet respecterende coffeeshophouder zal dus niet in staat zijn om de maatregel te bewaken. De kans dat er in zo’n tent dus koopwaar aanwezig zal zijn die de normwaarde overschrijdt is daarom groot, want het THC-gehalte van wiet is niet of nauwelijks na te gaan met de voor ondernemers beschikbare middelen.
Aan het begin van de keten – de teelt – zou het beter te organiseren zijn dat onze space-spinazie niet te sterk wordt, maar daarvoor heb je regulering en legalisering aan de wietboerenkant nodig, en dat is politiek waarschijnlijk nog een paar bruggen te ver. Dus wat er na vrijdag gaat gebeuren – als de ministerraad niet op haar aanstaande dwaling terug gaat komen – is dat de spagaat waarin Nederland zich met haar huidige gedoogbeleid al bevindt, nog een paar centimeter wordt opgerekt. Dat lijkt mij persoonlijk een uiterst oncomfortabel gevoel.
Wat me in deze discussie maar blijft verbazen, is dat er een belangrijke hard-drug buiten schot blijft en dat is alcohol. Deze substantie zorgt voor een aanzienlijk groter publiek probleem met de aanpalende schade die daar bij hoort dan wiet dat doet. Er heerst een oorverdovende stilte over een eventueel op handen zijnde plaatsing op lijst 1 (van de opiumwet) van dit onverholen gif, terwijl het toch om een zeer gevaarlijke substantie gaat. Er zijn hele generaties jongeren die zich zonder enige brede maatschappelijke deining van betekenis een forse hersenverweking drinken. Ik zie dat soort zielenpoten ’s ochtends als ik naar mijn werk fiets bijna dagelijks over straat waggelen, als ze van de sociëteit naar hun bed proberen te komen. Ze zijn lam van de drank, verstorend voor elk normaal verkeer en spreiden een uiterst irritante ledigheid ten toon. En dat zouden dan de academici van de toekomst moeten zijn? Gedegenereerde sufferds is een term die de lading beter dekt, zo lijkt het.
Ik onttrek mij niet aan de indruk dat het de uit rechtse rakkers en PVV-gedoogconsumenten bestaande ministerraad hier om iets anders gaat dan ons welzijn en dat van onze kinderen. Het lijkt er eerder op dat de alcohol-lobby succesvoller wordt in het bestrijden van haar concurrentie. Een principieel beleid dat ook effectief zou kunnen zijn zie ik niet. Wel zie ik een terugkeer naar een situatie die we nog van vroeger kennen, waarin de “war on drugs” enorme hoeveelheden belastinggeld kostte, waarmee geen milligram drugsgebruik succesvol werd teruggedrongen. In tijden van crisis zou je een betere besteding van die centen mogen verwachten.