Het is misschien een idee voor het welvaartsniveau van mijn nageslacht: Ik start de ultieme revolutie in Europa door alle bekende regimes omver te werpen en vestig mijzelf met veel geweld als President of zo, waarna ik met een serie goedgeplaatste veldtochten alsnog voor mijn eigen ondergang zorg en stilletjes mijn levensavond slijt op een gezellig eilandje in de Atlantische oceaan. Kost en inwoning volledig verzorgd, uiteraard. Maar ik wil daar dan geen schare van trouwe gedienden hebben, die mijn einde alsnog snel laten komen, maar wel veel privacy en natuurlijk moeder de vrouw die met me mee gaat zodat ze me na ons dagelijkse natuurgetrouwe zwemmertje kan insmeren met iets lekkers.
Mijn vernoeming van een aantal sterke dranken, chocolade en misschien een hotelletje hier en daar lijkt me ook wel wat. En de geschiedschrijving natuurlijk; die is het allerleukste. Ik zou tot eeuwen na mijn verscheiden misschien nog steeds het onderwerp van films, tv-series, boeken en (zoals nu) weblogs – en zelfs een topontmoeting in frivole Club Med stijl voor alle staatshoofden kunnen zijn. En wie weet, zou ik net zoals NapiBon ook voorkomen in bijna elk geschrift dat iets zegt over de ingewikkelde indeling van Europa en de notie dat het wel lijkt alsof een dronken despoot die op een zaterdagavond op een bierviltje heeft zitten schetsen. Het klinkt best aangenaam allemaal.
Maar het allermooiste zou zijn dat mijn nazaten – die door mijn effectieve nepotisme natuurlijk hun schaapjes wel op het droge zouden hebben – 190 jaar na mijn afscheid van deze wereld mijn gedragen onderbroeken voor een gigantisch bedrag aan memorabilia-jagers kunnen verkopen. Goed nieuws voor mijn kinderen: ik doe elke dag een schone aan, dus er is straks een ruime voorraad.