Het Tech-nieuws van de laatste dagen geeft me stof tot nadenken. Er worden twee uitvindingen gepitched die worden gebracht als dé verworvenheden van de hedendaagse miniatuur-technologie, terwijl ze tegelijkertijd de deur openen naar een niveau van persoonsbewaking dat eerder ongekend was.
De smoes is wel geinig: diabetici kunnen met behulp van een slimme contactlens de insulinespiegel in hun bloed permanent bewaken en met een uit de kluiten getrokken USB-stikkie is het nu mogelijk om een genoom in luttele ogenblikken te bepalen. Dat is onder andere handig bij snelle identificatie van iemands genetische makeup.
Ik ben helemaal voor de vooruitgang. Dat is niet in de laatste plaats omdat het praktisch is. De technologische progressie is namelijk niet te stoppen, want het is onmogelijk om te managen wat er wel en wat er niet wordt ontwikkeld. Dat is in de regel het prerogatief van de ontwikkelaars en wat zij als nuttig beschouwen. En dat is weer afhankelijk van het op te lossen issue dat ze tegenkomen. Op het gevaar af paranoïde over te komen, stel ik toch vast dat het infame 9–11 een erg belangrijk issue is geworden en dat het de rol van technologische “prime mover” vlijtig heeft overgenomen van het militaire complex. Om een lang verhaal heel kort te maken; het anti-terrorisme is heden ten dage een belangrijkere drijfveer voor de ontwikkeling van nieuwe technologie dan de Bolsjewieken.
Tel wat dingen bij elkaar op en de lens en de sequencer komen ineens in een ander daglicht te staan. Deze NanoTech, die bedoeld is om snel en accuraat iets medisch te kunnen doen – zoals insuline toedienen of een genoom bepalen – kan heel goed worden ingezet voor de bewaking van personen. De lens maakt het straks mogelijk om de continue bewakingscamera of psychometer uit te hangen, zonder dat iemand het in de gaten heeft. De sequencer kan na nog wat meer miniaturisatie vrijwel overal worden ingebouwd. Als ik over een jaar of wat op een stoel ga zitten – of als ik in een overheidsgebouw naar het toilet ga – dan weten ze in Langly Virginia straks precies dat ik daar zit en waar ik nog meer ben geweest. (En, indien van toepassing, wat ik gegeten, gedronken, gerookt of geslikt heb…) Ik kan mijzelf verzekeren dat ze het daar niet zo nauw zullen nemen met de bewaar- of vernietigingsplicht van mijn gegevens. De verzamelende diensten in ons eigen land zullen daarin niet veel anders zijn, ondanks onze wetgeving en onafhankelijk van wat ze ons vertellen. (Het is in dit verband best aardig om” het nieuws over de fitness-APP Strava even aan te halen. Je kunt het een koekje van eigen deeg noemen…)
In veel sciencefictionverhalen, waarin de totale bewaking aan de orde van de dag is, vervalt de maatschappij tot een dystopie. De boeken “1984″ (1948) van George Orwell, “Brave New World” (1932) van Aldous Huxley en de filmreeks “The Matrix” (1999–2003) zijn daarvan de bekendste voorbeelden. Er zijn er echter veel meer. Als ik zo eens kijk naar de baanstatistieken van mijn favoriete schrijvers, dan moet ik constateren dat ze regelmatig precies goed zitten met hun voorspellingen. Ik vraag me dus terecht af of wij in onze werkelijke wereld in staat zullen zijn om een dergelijke uitkomst te voorkomen. De richting van de V.S. opkijkend verwacht ik op dit moment niet veel positiefs.