Zo, ik ben weer thuis na wat omgezwerf over ’s herens wegen. Langzaam moet ik mijn pen weer leren bewegen. Het lukt me een klein beetje. Ik zit eigenlijk nog met mijn” gedachten” in Parijs, waar ik net vandaan kom en waar ik met mijn kern-clan het rijke leven heb bekeken.
Om maar een zijstraat te noemen: zoon 1 kocht een paar Adidasjes in wat ik denk dat de duurste winkelstraat op deze planeet is, de” Avenue des Champs‑Élysées. En zoon twee kocht twee jasjes onder de rook van Centre Pompidou. Ik bedoel maar, ikzelf kan me dat echt niet veroorloven…
Maar ook ik heb me kostelijk vermaakt, samen met mijn dame die voor de incidentele” romantische” noot zorgde. Naast de obligate gelegenheden zoals de verscheidene torens, musea, begraafplaatsen en kerken heb ik veel interessante mensen gezien; lang of vluchtig, groot en klein. De meest maffe en ontroerende ontmoeting in die categorie eigenaardigheden was wel die met een artistieke student, die me op de wang kuste nadat ik hem in zijn snelle voorbijgaan een sigaret had gegeven. Hij draaide zich ervoor om en kwam ervoor op zijn tengere schreden terug. Hij mompelde wat verontschuldigingen omdat hij me eerst had afgesnauwd. Ik had hem aanvankelijk niet goed begrepen en antwoordde hem eerst wat onbeholpen, omdat ik stond te dromen met een kop koffie in mijn hand. Dat vatte hij op als een weigering. Toen ik hem daarop nors terug riep en hem toch dat rokertje gaf, viel hij haast om van verbazing. Vandaar zijn kus. Deze Parijzenaar was op eigen terrein out-classed door een buitenlander; een grijs-behaarde, rond-bebrilde en gestoppelde Italiaanse Nederlander van minstens twee keer zijn leeftijd nog ook. De moraal van dit verhaal: in Frankrijk is roken duur. Veel duurder dan hier. En het laat de nicotine-verslaafden van de hoofdstad rare sprongen maken.
Evenwel, alle intermenselijke actie ten spijt, het meest opwindende was haast wel het vinden van de eerste Space Invader en Mr. Chat. De simpele reden hiervoor is het feit dat beide zo legendarisch zijn, en het is nu eenmaal adembenemend om met een legende oog in oog te staan. Op het plaatje staat mijn eerste trofee in rood. Het is een Space Invader zittend onder een viaduct bij de Pt. Bagnolet aan de Ring Parijs. Daarnaast op het plaatje de laatste vondst, twee dagen later, aan de muur van metrostation Pelleport aan de Avenue Gambetta. De Mr. Chats, welhaast het meest illustere” graffiti-karakter van west-Europa, vond ik terwijl ik de daken rond Montmartre afzocht. Eén vondst staat op mijn rekening, de tweede op die van mijn jongste zoon.
Ik ben een liefhebber dus ik zet er een filmpje bij voor latere referentie. Ondertussen ga ik me weer langzaam verdiepen in het grote mensen leven hier in het Hollandse. Het gaat snel, maar niet zo snel als in Parijs, die eigenaardige metropool in dat verder zo boerse en op momenten buitengewoon achterlijke Frankrijk.….