Als ik trek heb een proefschriftje, dan heb ik er hier een exemplaar waarin de stelling wordt verdedigd dat motivatie 2 maal belangrijker is dan intelligentie voor het welslagen in het hogere onderwijs. Doorzettings- en organisatievermogen zijn daarvoor zelfs 5 maal belangrijker.
Het is niet de eerste keer dat ik hier tegenaan loop. Doorzettingsvermogen is inderdaad een stuk effectiever om vooruit te komen in het leven dan intelligentie. Ik ken hele intelligente mensen die werkelijk niets gebakken krijgen omdat ze te lui of te onzeker zijn om iets substantieels te presteren en ik ken matig slimme elementen die heel ver komen omdat ze hun doel – indien eenmaal geïdentificeerd – gewoon niet meer loslaten. Ik ken daarnaast ook mensen die in weerwil van hun fysieke werkelijkheid toch in staat zijn om op pure wilskracht iets voor elkaar te krijgen – en die van een drugsverslaving afkomen bijvoorbeeld.
Laat ik eens lekker somber zijn vandaag, en hopelijk slaat het helemaal nergens op. Maar toch… Het gevonden resultaat in het beschreven onderzoek is niet bemoedigend op het eerste gezicht. Motivatie en drive zijn naar ik observeer namelijk een groot probleem bij de mens van vandaag. Er van uitgaande dat mijn waarneming correct is zou ik kunnen denken dat motivatie en drive dun bezaaid zijn omdat alles er al is. Ik bedoel daarmee dat alles al bestaat en er daarom weinig tot de verbeelding van de doorsnee mens sprekende uitdagingen op de wereld over zijn, zo lijkt het. We hebben zo vreselijk veel bereikt in de laatste 20 jaar, dat we onze motivatie langzaam kwijtraken.
Onze kinderen hebben heden ten dage alles wat ze maar zouden kunnen willen hebben. En hun toegang tot hyper-technologie – iets waarvan wij vroeger verstoken waren – is ook niet bepaald behulpzaam in het vormen van een ambitieus karakter. De grootste uitdaging van het moderne kind lijkt vooral op het beeldscherm te staan. Of dit helemaal klopt weet ik niet zeker, maar ik maak me toch wel zorgen. Ik heb namelijk ook het idee dat ik vroeger tot veel meer in staat was dan mijn kinderen nu op dezelfde leeftijd, omdat ik vooral zelf alles moest uitvogelen. Mijn kids worden aan alle kanten door de technologie geholpen. Zo hebben ze bijvoorbeeld nog nooit een bibliotheek van binnen gezien om iets op te zoeken. Alles gaat tegenwoordig via een Internet zoekmachine, en daar komt altijd wel iets uit. Je hebt helemaal niet meer het doorzettingsvermogen nodig dat wel degelijk vereist is om in een bibliotheek literatuuronderzoek te kunnen doen.
Was er ook niet iets aan de hand met plagiaat van Internetbronnen door studenten in het hoger onderwijs? Wordt het pikken van een tekst vaak niet gemakkelijker gevonden dan er een zelf te schrijven?
Het zal er wel bij horen, de vervlakking van onze ambitie. Het is wellicht een onontkoombaar bijproduct van ons succes. In dat verband is het goed om oostwaarts te blijven kijken, waar het gras nog niet zo groen is als hier – China en India bijvoorbeeld. Gemotiveerd zijn ze daar wel degelijk en de academische prestaties beginnen dat ook te reflecteren. Of we daar zelf nog iets aan hebben is natuurlijk vraag twee. Misschien kijken we straks met lede ogen toe hoe een ambitieus oosten ons met rasse schreden inhaalt op het internationale toneel.