Eindelijk snap ik waarom ik sommige van mijn dierlijke neigingen moet onderdrukken. Die neigingen van een speciale soort, dus. Het gaat niet om mijn onoverkoombare drang om veel koffie te drinken, wat nu eenmaal het kruis van elke rechtgesnaarde rijksambtenaar is. Of om mijn Zuid-Europese inslag om van goed eten en drinken te genieten. Het gaat, diplomatiek gesteld, om mijn natuurlijke individueel seksuele imperialisme.
Ik heb al heel vaak gehoord – en mij er eveneens zelf over verwonderd – dat het toch wel eigenaardig is dat mensen monogaam zijn. Het lijkt een door een westers confessioneel en verouderd idee afgedwongen fenomeen te zijn. Mannen en vrouwen in onze contreien hebben een bilaterale relatie met een andere individu, en daar komt als het goed is niemand tussen. Het lijkt een eigen logica te hebben die vanuit een ver verleden met ons is meegereisd, alleen is niet altijd iedereen duidelijk wat die logica dan is.
Maar toch; afgezien van de vele slippertjes van ontrouw, de talrijke experimenten die in alternatieve gemeenschappen zijn uitgehaald en niet te vergeten de subculturen waarin polygamie wel voorkomt, is monogamie een standaard setting in onze samenleving. En als daarvan wordt afgeweken, zoals de voor ons beroemde Anton Heyboer dat deed, dan wordt daar behoorlijk over gegniffeld. “Ja, hij is zo’n kunstenaar, en die doen dat soort dingen…” Ik hoor het mijn oma nog zeggen. Over kunst gesproken, ik weet net zo goed als iedereen dat veel literatuur is gedreven door de menselijke wil om met meer dan alleen de eigen partner het nest in te duiken. De lust-kwestie, als het ware, die een notoire spelbreker is in het monogame metier, is op haar beurt kennelijk ook niet te negeren.
Toch laten we ons over het algemeen niet leiden door onze natuur, en dat is voor veel van onze natuurlijke neigingen ook een goed ding. Maar geldt dat ook voor onze seksuele coalitievorming? Onze samenleving is gebaseerd op in principe monogame relaties tussen mensen, die daarmee een basis vormen voor (de westerse) reproductie en de overdracht van bezit naar een generatie van erfgooiers kanaliseert. Dat lijkt een nette en overzichtelijke manier om een op bezit gebaseerde economie op te bouwen. En dat is het ook. Maar er is meer, en dat is nu eindelijk aangetoond. Uit onderzoek blijkt namelijk dat mensen ook beschaafder worden als ze zich aan een monogaam cultuurpatroon houden. Een samenleving bereikt en kan meer als polygamie wordt opgegeven. Ze wordt welvarender en democratischer en de ongelijkheid tussen de seksen vermindert. Dat is de conclusie die Joseph Henrich, Robert Boyd and Peter J. Richerson publiceren in een paper, die de volgende hypothese voor haar onderzoek stelt:
“We predict that imposing monogamous marriage reduces male reproductive competition and suppresses intra-sexual competition, which shrinks the size of the pool of low-status, risk-oriented, unmarried men. These effects result in (i) lower rates of crime, personal abuse, intra-household conflict and fertility, and (ii) greater parental investment (especially male), economic productivity (gross domestic product (GDP) per capita) and female equality.”
Nou, da’s niet niks. We wisten al dat samenlevingen met een overschot aan jonge mannen – zoals veel gebieden in het Midden-Oosten bijvoorbeeld – een veel hoger geweldpotentieel hebben dan samenlevingen met een evenwichtigere bevolkingssamenstelling. Nu kunnen we er ook handen en voeten aan geven.
Even terzijde: leeuwen in het wild zijn polygaam. Dat heeft gevolgen voor de mannetjes die niet aan een vrouwtje kunnen komen, omdat meneer alfa-leeuw alles al sjochert wat los en vast zit. De ongebonden mannetjes kunnen zogenaamde “rogue lions” worden, zwervende leeuwen zonder een eigen groep, die voor iedereen die in de buurt komt levensgevaarlijk zijn.
Ik had niet gedacht dat het er ooit van zou komen, maar ik geloof dat ik monogamie op zijn merites moet gaan beoordelen. Voor mij is dat overigens niet echt een punt, want ik heb helemaal niets te klagen, en ben niet snel geneigd mij te willen polygamiseren. Maar ik had natuurlijk wel een mening die afweek van het gevestigde inzicht, want zo ben ik nu eenmaal. Ik zie mijzelf daarin een beetje bijdraaien in de richting van het klootjes-establishment. Heb ik weer.…