De vraag of wij als mens überhaupt wel zielen mogen maken wordt met de dag relevanter. De indicatie “zielen” moet hier ruim worden genomen. Het gaat mij om het genereren van kunstmatig zelfbewustzijn met de daarbij behorende emoties en beschikkingsrechten. Er komt een moment waarop we dat kunnen inbouwen in de robots” die we maken, die dan vervolgens op de een of andere manier een rechtenstatus moeten krijgen.
Wat daaraan vooraf gaat is een nog lang en ingewikkeld proces en het roept voor velen de vraag op of we niet voor god spelen als we denkende synthetische systemen bouwen. Dat blijkt vooral een joods-chistelijke vraag te zijn, want nadat ik gisteren de Tegenlicht-aflevering “De robot als mens” gezien heb, begrijp ik dat de Japanners daar dus helemaal niet mee kunnen zitten. Die hebben als doel om robots zo menselijk mogelijk te maken omdat ze de menselijke interface als beste voor de mens erkennen, dus ook als het om communicatie met machines gaat. Het lijkt een no-brainer. Mensen communiceren het beste met mensen. Dus waarom zou je het nalaten om machines daarop aan te passen? Wie zou er nou niet gewoon willen kunnen praten tegen zijn computer in plaats van dat gepiel met muis en toetsenbord?
Een van de eerste voorspellingen die ik ken over het tot leven komen van de synthetische mens was van Michio Kaku” in zijn boek “Visions” (1997), waarin hij stelde dat deze mijlpaal vlak voor” 2100 gehaald zou worden. Ondertussen wordt daar door de meeste specialisten in het veld al 50 jaar afgehaald, dus over enkele decennia zal het zo ver zijn – zo niet eerder. Waarom gaat dit zo hard? Niet in de laatste plaats omdat in Japan op hoog tempo geprobeerd wordt om de grens tussen mens en machine te passeren. Alleen daarom al gaat” ze dat lukken. Er is namelijk geen enkele fysieke of “spirituele” barrière. Wat er nodig is, is veel geld, energie” en vasthoudendheid. Ik teken daarbij aan dat alle bezwaren, die tot nu toe door humanofiele romantici en theologisch gemotiveerde mensen te berde zijn gebracht, geen enkel hout snijden. Daarover zijn bijna alle wetenschappers en andere experts het eens. Die synthetische mens gaat er komen. Dat daar complicaties bij horen snap ik; daarover heb ik wel vaker iets gezegd.
En dan is er nog iets anders. Wellicht is de robot de enige juiste manier om tot echte menselijke intelligentie te komen, omdat deze in staat kan worden gesteld om exact zo waar te nemen als mensen dat doen. Dat maakt het mogelijk om de input voor het ontwikkelproces gelijk te maken aan dat van de mens. Dat is tenslotte ook een bio-elektrische machine die door middel van een aantal sensoren en basisprocessen informatie uit de buitenwereld omzet in bewustzijn van de een of andere soort. Om het heel kort door de bocht te stellen: Wij programmeren onze kinderen niet, dat doen ze zelf. En als het goed is worden ze daar nog slim van ook.
Dat brengt me terug naar mijn eerste vraag. Mogen wij intelligente, zelfbewuste machines maken? Ik denk van wel, want we planten ons ook voort. En sommige van de producten die via de natuurlijke weg tot stand zijn gekomen waren gevaarlijker en onwenselijker dan dat wat we kunstmatig in elkaar zetten. Zo’n jongen als Hitler is daar een goed voorbeeld van. Als we de wetenschappers grenzen willen opleggen, dan zouden we dat theoretisch ook met ouders-in-spé moeten doen. De zojuist voorgenoemde dictator met een criminele dispositie was daar trouwens ook een voorstander van. Ikzelf ben bang dat daar tegenwoordig toch het draagvlak voor ontbreekt, of?