Gisteren heb ik het gedaan. Ik ben met mijn kinderen bij de McDonalds gaan eten. Ik zou mij afvragen, als ik zo mijn achtergrond eens bekijk, wat me in hemelsnaam bezield moet hebben om me in dat etablissement te begeven. Als gecertificeerd levensgenieter en kenner van echt lekker eten, zou ik toch niet dood noch levend in die tent gesignaleerd willen worden.
Nota Bene: in de voorgaande alinea moeten “hemelsnaam” en “bezield” overigens als puur overdrachtelijk gezien worden. Zowel “hemel” als “ziel” zijn natuurlijk futiele baksels van de menselijke fantasie. Maar dit terzijde…
Goed, het is toch gebeurd. En ik heb er gisteravond de hele avond last van gehad. Wat was er aan de hand? Het geval wil dat ik voor de verjaardag van een van mijn spruiten een peloton kinderen over de vloer had, dat – alvorens ze goed moe te maken met een paar uurtjes indoor sleeën en snowboarden – na een halve dag school eerst moest eten. Nu zit moeder de vrouw momenteel voor een paar weken in Zafrika, dus we hadden niet de beschikking over haar buitengewone talenten (in de keuken) en haar in de regel strak aangetrokken voedsel-fundamentalisme.
Vooral die laatste parameter zorgt ervoor dat we door de bank genomen gevrijwaard zijn van de orale intake van het reguliere pseudo-voer waarmee de gemiddelde brave burger zich pleegt vol te stoppen. Waar we normaal genieten van versgemaakte delicatessen, die niet alleen zeer smakelijk maar ook nog gezond, biologisch verantwoord en politiek correct zijn, moesten we ons gisteren maar zien te behelpen met pre-fab gepruts in de marge.
Bij gebrek aan culinaire slagkracht van ondergetekende, zijn we dus uit pure radeloosheid bij de McDonalds beland. En het is dat we in aangenaam gezelschap verkeerden en ik effectief ondersteund werd door twee collega-vaders, maar anders had ik het daar waarschijnlijk niet lang volgehouden.
Het eerste wat me opviel toen we onze lokale McShitDealer inliepen, was de kakofonie van piepjes en zoemertjes die me uit de “keuken” tegemoet kwam. Daar zou mijn eetlust al de eerste schade van opgelopen kunnen hebben. Ik stelde me voor hoe het zou moeten zijn om elke dag een paar uur lang in die herrie te moeten werken. En eigenlijk verbaast het me dat de ARBO-dienst daar nog niet op gereageerd heeft, althans, ik heb daar nog nooit iets over in de pers gezien. Maar ik zou geloof ik gillend gek worden als ik me dagelijks in zo’n geluidscoulisse zou moeten ophouden. Ik vind het knap dat de mensen die daar werken het er kunnen uithouden.
Gelukkig is het McDump bezoek maar kort, dus de herrie is na verloop van tijd wel weg. Maar het eten is wat dat aangaat van een geheel andere orde – persistenter op z’n minst. Allereerst is daar de smaak. Ik moet toegeven: ik heb werkelijk geen greintje authenticiteit kunnen ontdekken aan de zaken die mijn mond gepasseerd zijn. De smaakmakers die het moeten doen – en dat zijn de sauzen die over al het moois worden gedrapeerd – werken allemaal in ongeveer dezelfde hoek van het palet. Daar is dus geen bips aan, als je het mij vraagt. Het is allemaal een zelfde soort zoet-zurigheid wat de klok slaat, en als je die kunstmatige fluff-up zou weglaten dan zou je toch warempel kunnen denken dat je de verpakking aan het eten bent in plaats van het “voedsel”.
Een groter probleem is dat de neiging om je te overeten groot is. Het voer heeft namelijk geen werkelijke substantie en is goed comprimeerbaar. Je kunt er dus in korte tijd veel van op. En vooral als je honger hebt, en nog de naïeve gedachte hebt dat je echt eten aan het eten bent, dan kom je toch van een ijzige kermis thuis. Zo eentje met een forse draaimolen, wel te verstaan, waar je te lang in gezeten hebt om nog rechtuit te kunnen lopen. Ik begon tegen de avond -” en dat was zeker 6 uur na de McDis – pas goed te merken van welke soort troep mijn systeem zich probeerde te ontdoen. Voor de lieve vrede heb ik alles binnen gehouden, maar ik heb geen biertje meer aangeraakt. En vooral dat laatste steekt; op de after-party van een kinderverjaardag is het toch altijd aangenaam borrelen met de ouders van dienst.
Nu weet ik weer waarom we de McBagger altijd mijden als de pest. Ik denk niet dat ik er ooit nog iets anders naar binnen zal werken dan een kop koffie. Ook daaraan is veel te verpesten, maar dat ben ik in dit Nederland van de doordruppelaars wel gewend. Als ik maar in de gaten houd dat ik me verre moet houden van alles wat vaste vorm heeft, dan zou ik de volgende keer toch redelijk onbeschadigd bij die tent weg moeten kunnen komen.
Het beste is natuurlijk de meesterhand van mijn dame, die voor het soort authentieke eten kan zorgen waarmee je als gastgever tenminste goed voor de dag kunt komen. Maar daarvoor moeten we nog eventjes geduld hebben. Gelukkig is het wel geregeld voordat spruit twee zijn verjaardag viert.
Wat mij nog rest is de prangende vraag en groot mysterie: “Waarom is die McDonalds zo verschrikkelijk populair?” Hebben de mensen nu echt niet door dat die puinzooi niet te kanen is?