Op 11 februari 2010 is het precies 20 jaar geleden dat de ANC strijder Madiba “Nelson” Mandela na 27 jaar politieke gevangenschap werd vrijgelaten uit de Victor Verster gevangenis, gelegen aan de rand van Paarl in Zuid Afrika. Er zijn denk ik weinig volwassenen van die tijd die het beeld niet kennen: Mandela loopt met opgeheven en gebalde vuist de poort uit, naast hem zijn vrouw Winnie en een zwerm van veiligheidsmensen en journalisten.
Zelf was ik toen 25 jaar oud en zat vol verwachting voor de televisie. Althans, dat denk ik nu, want het beeld in mijn herinnering lijkt alsof het op mijn netvlies is geëtst; en het beweegt. Dus ik zal het wel echt gezien hebben.* Ik had in de weken ervoor zelfs een piepklein radiootje gekocht waarmee ik in de trein het nieuws doorlopend kon volgen, want de op handen zijnde vrijlating zong al enige tijd rond.
Uiteindelijk was het dus zover. En wat mij op dat bijzondere moment het meeste beroerde was een overweldigend gevoel van verwachting: Mandela zou nu wel schoon schip gaan maken in een door apartheid verscheurd Zuid Afrika en in een door corruptie en geweld geteisterde ANC. Ik had grote verwachtingen van deze man, die ik nog steeds, 20 jaar later, als een van de weinige echte Afrikaanse Edelen beschouw.
Nelson smoelt tijdens gemeenschappelijke pers-momenten in ieder geval erg goed tussen wat wij Europeanen aan hoogwaardigheid kunnen bieden. Ook qua kaliber laat hij moeiteloos de ene bleekscheet-bloed-prins na de andere achter zich. En breek me de bek niet open over hoe onze huidige politici naast Madiba een trefzeker pleefiguur slaan, alleen al door er zo suf uit te zien. Black is Beautiful, wellicht, maar wat je aan Mandela vooral ziet is zijn schijnbaar grenzeloze wijsheid en een buitengewoon stabiele politieke doelgerichtheid. Dat laatste realiseert hij zonder slachtoffers te maken, iets waaraan veel andere leiders in Afrika een puntje kunnen zuigen.
Het is verleidelijk om nu – na 20 jaar tijd en een presidentschap van Mandela later – te kijken naar de staat van Zuid Afrika en om zijn regime in dat licht te evalueren. Hoe succesvol is Mandela geweest in het oplossen van de grootste problemen in zijn land? En hoe zit dat met zijn ANC opvolgers Mbeki en Zuma? Er was apartheid, die na haar afschaffing een kloof in de samenleving heeft achter gelaten die met een Waarheidscomissie en veel verzoeningsgezindheid moest worden gedicht. Er was armoede en veel geweld. En er waren grote economische problemen vanwege een jarenlange effectieve boycot. En nu?
Ondertussen ben ik twee keer in ZAfrika geweest en heb ik tijdens die twee schamele verblijfjes, die samen slechts 5 weken duurden, kunnen zien dat mijn verwachtingen niet te hoog gespannen mogen zijn. Economisch gaat dat land het wel redden. Het heeft de intelligente keuze gemaakt om geen ontwikkelingshulp te verlangen en daarmee om haar eigen broek op te houden. Dat is uiteindelijk goed voor de natie. (Dambisa Moyo 2009) Maar een successie van ondertussen meerdere ANC regeringen heeft nog niets kunnen doen aan het straatgeweld, dat niet alleen de townships maar ook de stadscentra van bijvoorbeeld Kaapstad, Johannesburg en Pretoria teistert. Dit geweld is het resultaat van de grote kansverschillen binnen de ZAfrikaanse bevolking. Voor een meerderheid aan mensen in de townships ligt een goede opleiding, een gezonde en beschermde jeugd, adequate en hygiënische huisvesting en medische zorg, nog niet binnen handbereik. Als je daar iets wilt bereiken – binnen de heersende macho-cultuur die Afrika nu eenmaal kent – dan moet je geweld gebruiken, zo lijkt het wel. We kennen dit fenomeen overigens van alle favela’s, townships, ghetto’s en aanverwante mensen-bewaarplaatsen, waar de welgestelde burger de armoede in zijn land aan het welvarende oog laat onttrekken.
En hoe zit het met de naweeën van de apartheid? Is die nationale verzoening, die Desmond Tutu met zijn commissie probeerde te bewerkstelligen, er ook gekomen? Is de segregatie, die door de bijna militair afgedwongen apartheid in de genen van de mensen leek te zijn verankerd, echt wel verdwenen uit het ZAfrikaanse denken? Ik heb er mijn twijfels over, temeer omdat kinne-sinne en afgunst niet lijken te verdwijnen, maar zich eerder lijken uit te breiden. Alleen zijn het nu ook de witmannen die de dupe worden van het post-apartheidsdenken. Een inwoner uit Kaapstad wist mij zelfs te vertellen dat je op dit moment – in het huidige economische en politieke klimaat – als “pale male” die zich op de arbeidsmarkt in ZAfrika begeeft, geen schijn van kans hebt. Als je wilt werken, dan zul je een eigen bedrijf moeten beginnen, waar je dan weer een quotum aan zwarte werknemers in dienst moet nemen, anders kun je fluiten naar enige opdracht van de overheid.
Toen ik voor het eerst in ZAfrika was, zo’n 10 jaar geleden, wedde ik er met een vriend over hoe lang het zou duren voordat het land zijn zaakjes op orde zou hebben. Ik schatte toen de termijn op ongeveer 15 jaar en mijn maatje dacht hetzelfde. Ondertussen ben ik er niet meer van overtuigd dat het nog gaat gebeuren in de komende 5 jaar en mijn vriend – een ZAfrikaan uit Paarl – heeft ondertussen aan de kuierlatten getrokken en werkt en woont nu in China. Als hij naar zijn vaderland terugkeert, dan zou dat wel eens een indicatie kunnen zijn voor werkelijke veranderingen ten goede in dat land. Maar misschien verwacht ik ook nu teveel.
Mijn ZAfrikaanse avontuurtje had trouwens nog een staartje. Ik heb er mijn dame ontmoet, met wie ik nu twee koters grootbreng. Eén van hen is in Kaapstad geboren. Misschien dat die twee nog gaan meemaken hoe hun moederland definitief uit de problemen komt. Het zou wel wat hebben.
*) Helaas werkt dat niet zo. Mensen besodemieteren zichzelf aan de lopende band met hun eigen “herinneringen”. Die hoeven helemaal niet echt te zijn, maar zijn subject aan een constante stroom van redactie-activiteiten, uitgevoerd door het eigen bewustzijn. Het is maar dat je het weet… (Dennett 1991)