Ik probeer het me maar niet voor te stellen om na een lange en gevaarlijke reis, uit een oorlogsgebied of een economisch volledig toekomstloos oord, vast te zitten in een vreemd land waar ik misschien wel asiel krijg. Toch is dat de situatie van veel asielzoekers die nu in de voorposten van ons veilige Europa zitten. Voorpost betekent hier: een snel aangepast stuk utiliteitsbouw waar een te grote hoeveelheid mensen zit opgepakt op een te klein oppervlak. Wat daar nog bij komt is dat deze mensen demografisch bekeken geen gunstige groep vormen.
Om met dat laatste te beginnen: asielzoekerscentra schijnen op dit moment grotendeels bevolkt te worden door individuele jonge mannen. Uit moderne statistieken weten we dat een bevolking die grotendeels uit jonge mensen bestaat – onder de 25 jaar – en waarvan weer een ruime helft man is, een veel grotere conflictpotentie heeft dan een normaalverdeelde bevolking. Het is niet onaannemelijk dat dit kenmerk meereist met al die jonge gasten die nu in de vluchtelingenstroom richting Europa zitten. Ook niet onaannemelijk is dat het libido van dit jonggebroed al voor problemen heeft gezorgd; zoals in die Duitse steden (maar ook andere, is gebleken) het geval was.
Hoe het echt zit kan afwijken van het tegenwoordige “Volksempfinden”, dat zich vooral druk maakt over de instroom van al die oncontroleerbare vreemdelingen. Gek is dat overigens niet, want de asielzoekerscentra zijn een broedplaats voor ronselaars in verschillende takken van sport, bijvoorbeeld prostitutie en straatbendecriminaliteit. Er verdwijnen regelmatig jonge mensen uit die centra zonder een spoor achter te laten. Meisjes worden door mensenhandelaars in de prostitutie gedwongen en jongens duiken de illegaliteit in om professioneel bandiet te worden. Voor beide categorieën geldt dat ze zich alleen maar door buitenwettelijke activiteiten in leven kunnen houden, want een regulier bestaan zit er voor hen niet in.
De verdwijners zorgen dus voor problemen, maar de reguliere asielzoeker is daar zeker niet vrij van. Dat is iemand die vaak is uitverkoren door zijn familie om naar het noorden af te reizen. Die familie heeft geld gespaard, gesprokkeld of geleend en verwacht van de emigrant dat deze een keer dubbel en dwars terugbetaalt; het liefst elke maand een beetje, bij wijze van regelmatig inkomen. Zelf heeft hij een enorm risico genomen om überhaupt in Europa aan te komen, want de reis is lang en gevaarlijk. Na aankomst in een asielland blijkt dan ook nog eens dat een asielverlening erg lang kan duren en dat een eventuele gezinshereniging daar nog eens bovenop komt. Een vluchtend gezinshoofd kan daarom maanden zonder vrouw en kinderen zitten, iets wat ik zelf voor geen goud zou doen. Het komt daarom regelmatig voor dat deze mannen terug willen naar hun land van herkomst. En wie zou ze daarin willen tegenhouden?
Het antwoord op die laatste vraag is: “De Nederlandse Bureaucratie.” Enkele dagen geleden zag ik het trieste nieuws dat een asielzoeker zichzelf van het leven had beroofd. Hij wilde terug naar zijn vrouw en kinderen in het land waar zijn reis ooit begon, maar hij kreeg zijn paspoort niet terug waardoor hij niet kon uitreizen. Uit pure frustratie en gebrek aan vooruitzicht heeft deze man daarom een einde aan zijn leven gemaakt. Bij mij gaat dat er slecht in. Ten eerste is een kostbaar leven – van een vader en echtgenoot – verloren gegaan. Op zichzelf is dat al erg genoeg. Maar het is gebeurd vanwege iets dat simpel voorkomen had kunnen worden, als de verantwoordelijke Nederlandse ambtenaren niet hadden zitten slapen, als ze iets meer gevoeligheid hadden getoond en als er psychologische hulp was geweest voor asielaanvragers voor hun erkenning.
Dit is een typisch geval van tussen wal en schip. Mijn idee is: als die mensen nou terug willen, laat ze dan gaan. Zet ze op een vliegtuig of trein en laat ze terugreizen naar hun familie. Dat is beter voor hen en voor ons. Ik kan me zelfs voorstellen dat het voor ons nog goedkoper is ook. Is Nederland daar met haar notoire zuinigheid niet gevoelig voor? Een beetje meer intelligentie in deze kwestie kan in ieder geval levens redden – en Nederlandse Gemoedsrust. Overigens gaat het niet altijd fout, meldt De Volkskrant.