Het is alweer een tijd geleden dat ik iets opschreef over altruïsme en religie. Er is een schijnbaar voor de hand liggend verband, maar die correlatie is tegen de intuïtie in negatief. Gek genoeg zou je dat namelijk precies andersom verwachten: hoe religieuzer iemand is, hoe altruïstischer. De werkelijkheid is echter anders.
We kunnen nog een verfijning aanbrengen. Er zit, zo blijkt uit onderzoek, ook nog verschil tussen religieuzen die een god aanhangen die scoort op één belangrijke indicator, namelijk of deze barmhartig of juist straffend is. Dit is gevonden door Benjamin Grant Purzycki en kornuiten van het “Centre for Human Evolution, Cognition, and Culture” van de Universiteit van British Columbia. De liefhebber en de ongelovige (maar gelovige) scepticus kan het onderzoek op zijn merites nalezen op de website van Nature. Wat mij betreft ziet het er mooi uit en tellen vooral de conclusies, die gebaseerd zijn op een spelsituatie waarbij met dobbelstenen werd gegooid en waarbij geld moest worden verdeeld. Om even wat geinige gedachten te citeren:
Het bleek dat aanhangers van godsdiensten met een straffende god het eerlijkste waren bij het verdelen van het geld. Hoe meer de deelnemers hun god vreesden vanwege zijn strengheid en alwetendheid, hoe meer munten ze in de pot deden voor geloofsgenoten in verre landen. Aanhangers van meer barmhartige goden kozen er relatief vaak voor om geld dat eigenlijk voor vreemden was bestemd toch in de pot voor hun eigen gemeenschap te gooien.”
So far, so good. Maar wat betekent dit nu voor religie in het algemeen en vooral in een breed antropologisch en historisch perspectief? Ook daarop heeft Purzycki een antwoord, zij het enigszins gespeculeerd:
Volgens Purzycki laat het experiment zien waarom samenlevingen met wrekende goden zo succesvol zijn. “Moralistische en straffende goden stimuleren samenwerking en eerlijkheid ook buiten de eigen groep. Daardoor werken” deze gemeenschappen” mogelijk effectiever samen met andere groepen. Dat kan verklaren waarom deze religies zo vaak voorkomen.”
En ik maar denken dat die bloed-chagrijn van een Jaweh/Allah/God, die daar in die Midden-Oostenlijke woestijn zit te griepen over alles wat hem niet onvoorwaardelijk volgt, een uitzondering was; exclusief de Noorse hamerslingerende barbaren dan. Maar er zit kennelijk meer achter.
Als ik het recupereer: religie in zichzelf is een bijverschijnsel van onze psyche dat spijkerhard in onze hardware verankerd ligt. Het is een van die overlevingsstrategieën die door evolutie zijn geïnterneerd; net zoals bijvoorbeeld mytochondria, patroonherkenning en de antiperistaltische reflex. Religie gaat vervolgens over de fysieke grens heen en wordt ge-finetuned voor verder gebruik. Dat is een onderdeel van onze civilisatie*. Daarbij kun je je afvragen in welke richting dat dan gebeurt, afhankelijk van de geografische locatie. Iemand met veel geduld zou dat in principe moeten kunnen uitrekenen en ik kan me voorstellen dat het de volgende stap is voor onderzoeker Purzycki. Want waarom is die joods/christelijke/moslim woestijngod zo wraakzuchtig, terwijl er andere goden zijn die alleen maar harmonie, geluk en veel seks willen? Dat zou wel eens door diezelfde woestijn, waarin altruïsme essentieel voor het overleven is, veroorzaakt kunnen zijn.
*) …met als ultiem (en gewenst) resultaat dat religie volledig kan worden weg gerationaliseerd en iedereen atheïst is.