Het bericht van vandaag in de Volkskrant dat er weer een zoveelste kinderporno netwerk is opgerold, doet me denken aan een opmerking die ik in het boek “The Moral Landscape” van Sam Harris tegenkwam. Daarin stelt hij dat er misschien wel een vaag idee bestaat bij de doorsnee mensheid over wat “goed” en “kwaad” is, en dat daarmee misschien de verwachting gewekt wordt bij de meeste mensen dat er overeenstemming zou zijn over dit toch heikele punt. Maar de werkelijkheid gedraagt zich toch anders.
Het bericht in de Volkskrant stelt: “Amerikaanse autoriteiten hebben een wereldwijd kinderpornonetwerk opgerold, dat door zo’n 600 pedofielen werd gebruikt. Inmiddels zijn 72 verdachten gearresteerd en aangeklaagd, onder wie 20 buitenlanders.”
En op NU.nl komt ik over het zelfde gebeuren het volgende tegen: “Het onderzoek tegen het netwerk, Operatie Delego, begon in 2009. Procureur-generaal Eric Holder zei dat de leden verenigd waren door ”het verontrustende geloof dat seksueel misbruik van kinderen geoorloofd is dat niet gecriminaliseerd mag worden”.
Hebben we wel door wat hier aan de hand is? Waarschijnlijk wel. Maar toch; er bestaat een miljoenen-markt die kinderporno vervaardigt, verhandelt en consumeert. De mensen die deze industrie vormen, alsook haar klanten, schijnen een dusdanig flexibele moraal te hebben dat het misbruiken van kinderen daar naadloos inpast. Nederland kent zelfs die tenenkrommend irritante club “Martijn” die zich inzet voor de belangen van de Nederlandse pedofiel. Over moraliteit gesproken… Deze voor mij onbegrijpelijke mensen, met een seksuele voorkeur waarvan ik – als vader van twee kinderen – werkelijk afschuwelijk misselijk word, vinden kennelijk echt dat zij goed en eerbaar bezig zijn en dat zij opereren binnen een aanvaardbaar moreel systeem.
De kanttekening dat “het kind niet mag worden gedwongen” komt nog wel eens voor, maar dat is een dusdanig gratuite opmerking dat deze onmogelijk serieus genomen kan worden. Bovendien verdenk ik de meeste pedofielen ervan dat zij zich niet eens druk maken om het welzijn van de door hen bekeken of gebruikte kinderen. Maar het is voor de pedofiel die wel rudimentair nadenkt – over de morele implicaties van zijn handelingen of voorkeur – natuurlijk belangrijk om een volwassen beoordelingsniveau bij de slachtoffers te veinzen. Anders komt hij bij zichzelf niet eens weg met zijn vunzigheid. Maar eigenlijk geeft het aan dat er iets verschrikkelijks mis is in het brein van deze perverselingen. De gereconstrueerde logica van “de vrije wil van het kind bij seksuele handelingen met volwassenen” is al buitengewoon dubieus en komt wel heel erg opportunistisch over. Maar de kloof tussen de pedofiele moraal en dat wat de gemeenschap – ikzelf voorop – als betamelijk en toelaatbaar beschouwt, is duidelijk onoverbrugbaar.
Om nog maar eens op Harris terug te komen: van een morele bijbel – waarin het ene kind na het andere door de een of andere godsdienstwaanzinnige (bijna) wordt afgemaakt – moeten we het in onze “Joods-Christelijke” samenleving niet hebben. De talrijke zeden-schandalen in de verschillende kerken hebben dat voldoende bewezen. We hebben iets anders nodig. Kunnen we “The Moral Landscape” niet als verplichte kost opnemen in het vaderlandse curriculum? Ik zou er subiet voor zijn.