Je kijkt even niet en de wereld staat in brand. Dat denk ik wel eens als ik er een paar dagen tussenuit ben geweest en geen of nauwelijks nieuws heb gezien. Het is echter slechts schijn. Er gebeurt namelijk de hele tijd van alles, geheel onafhankelijk van mij en de plaats waar ik me bevind.
Zo zie ik dat Trump nog steeds tekeer gaat tegen de wereld in het algemeen en zijn eigen land – haar gehele trias politica incluis – in het bijzonder, aangevuld met wat dreigtaal over Noord-Korea richting China. De oorlogen rond de Levant en in het Midden-Oosten zijn nog even dynamisch – en giftig – als altijd en terroristen blazen met een angstaanjagende regelmaat willekeurige doelen op. In ons eigen land worden bestuurders wegens fraude achter de tralies gezet, zijn er weer burgers slachtoffer geworden van geweld door hun eigen intolerante en achterlijke medelanders en zijn er wat moordenaars opgesloten. Ondertussen kabbelt de kabinetsformatie rustig verder alsof er niets aan de hand is. Ofwel, alles lijkt normaal.
Dat normale is een relatief begrip. Het dagelijkse portie dood en verderf dat we voorgeschoteld krijgen zou me haast ongevoelig maken voor het nieuws, ware het niet dat ik toch, elke keer als ik kinderen op tv zie die het slachtoffer zijn van (mensgemaakt) geweld of rampspoed, een diepe triestheid voel. Het zal zijn omdat ik zelf kinderen heb, want als ik die kleine mensjes bij die verschrikkelijke bombardementen en natuurrampen met hun grote onbegrijpende ogen de camera in zie kijken, dan lukt het me vaak niet om droge ogen te houden. Kinderen die sterven terwijl ze nog een lang leven voor zich hadden bewijzen wat mij betreft dat god niet bestaat. Voor die stelling, die ik hier al vaak heb verkondigd, wijk ik speciaal af van een verder schokvrij en zorgvuldig gekoesterd principe, namelijk dat je negatieven nooit kunt bewijzen.
Het is dus zaak om geweld te weren, want het zijn echt niet die door het volk gemandateerde beschermers van onze nationale belangen die er de gevolgen van dragen. Die hoge heren en dames, die vanaf het pluche ten strijde trekken, worden zelden persoonlijk geraakt. Het zijn de mensen die in de conflictgebieden moeten overleven die de tanks en de bommen op hun huis krijgen. Ik moest dus wel een keertje slikken toen ik deze week eilandaap Michael Howard, voormalig leider van de Britse Conservatieven, hoorde zeggen dat “Engeland bereid is ten strijde te trekken voor Gibraltar” – zo ongeveer volgens het Falklands-stramien dus. Want wat is er aan de hand? De Gibraltezen moeten als gevolg van de voorgenomen Brexit zelf over hun relatie met Europa en Spanje onderhandelen, anders doen we met hen geen zaken meer. Daarbij rijst automatisch ook de vraag over haar soevereiniteit. Want hoort Gibraltar nu eigenlijk bij Spanje of niet? En hoe zit dat na de Britse boedelscheiding?
Als je het aan de Engelsen vraagt dan weten ze het wel. Gibraltar hoort volgens hen bij Groot-Brittannië en de Gibraltezen denken daarom het recht te hebben om door Engeland te worden beschermd als Spanje ooit een aanspraak maakt. Ze zijn daarvoor zelfs bereid oorlog te voeren als je Howard moet geloven. Het zou het eerste gewapende conflict op Europese bodem zijn in 72 jaar, iets waarvoor de Engelsen zich kennelijk niet eens zouden schamen.
Als je naar de kaart kijkt dan zie je goed hoe suf het probleem Gibraltar eigenlijk is. Het is een stukje Spanje – niet eens een eiland – dat door de Britten is bezet. Persoonlijk heb ik het niet met die moderne kolonies, dus ik zou het alleen uit gerechtigheid al buitengewoon geinig vinden als die appendix door Madrid werd geannexeerd. Een andere goede reden om dat te doen is om die eigenwijze Engelsen met hun Stiff Upper Lip – die zo nodig weg moeten uit de EU – een hak te zetten die ze tot in het diepst van hun imperialistische chauvinisme raakt. Hoe dieper hoe beter, denk ik dan. Met imperialisten hoef je namelijk op geen enkele manier medelijden te hebben. En als het handjevol flapdrollen dat onder de Britse vlag leeft daar geen genoegen mee wil nemen, dan staat het ze vrij om subiet en ongeremd naar hun geliefde Engeland op te sodemieteren.
Het klinkt wellicht wat direct en confronterend, maar alles is beter dan een gewapend conflict binnen de Europese grenzen; zeker als daar de strijdkracht van die arrogante en agressieve bezettingsmacht van het Verenigd Koninkrijk bij betrokken is. Je wilt je niet voorstellen hoe Engeland het territorium van de EU – en dus de NAVO – compromitteert. Het zou een enorme ramp zijn, waarvan vooral de burgers en de kinderen van de enclave Gibraltar de dupe zouden worden. Gezien de Engelse manoeuvres rond de Falkland Eilanden in 1982 zie ik echter nog geen lichtpuntjes. Het beroerde media-optreden van Britse minister van buitenlandse zaken Boris Johnson eergisteren, die volgens mij denkt dat Rhodesië nog steeds bestaat, hielp wat dat aangaat ook niet. Hij stelde dat de inwoners van Gibraltar iets over de kwestie te vertellen zouden hebben. Ik zie niet in waarom. Laat die knakkers maar lekker een Spaans paspoort aanschaffen en hun geldautomaten volstoppen met Euro’s. Dat zal ze leren om als Engelse allochtonen met een grote babbel op Europees grondgebied te wonen.