Jason W., een van de tot 15 jaar veroordeelde leden van de Hofstad Groep, heeft zijn radicale denkbeelden en moslimextremisme afgezworen. Dit doet hij in een brief die op zaterdag 16 oktober 2020 in de Volkskrant gepubliceerd is. Omdat zijn inzichten zo van belang zijn – en een golf van verrassing door het contingent van Nederlandse Moslim deskundige laat gaan – en het tegelijkertijd door zijn welsprekendheid zo’n goed tegenwicht biedt aan het Wilders-simplisme, ben ik zo vrij zijn brief integraal te her-publiceren op mijn webLog. Ikzelf ben met zijn brief ook verrast, blij zelfs, en ik kan de charme van zijn radicale ommezwaai en de helderheid van zijn analyse slechts toejuichen.
Jason, de vloer is van jou.…
De idealen die ik eens huldigde zijn teloor gegaan en ik ben tot het besef gekomen dat ze moreel bankroet zijn. Met afgrijzen heb ik toegezien hoe een ooit hooggestemde ‘vrijheidsstrijd’ die het startsein zou moeten zijn voor een nieuwe, rechtvaardige wereld – met name in Irak – is verworden tot een bloedige escalatie van geweld, sektarisme en godsdienstwaanzin. Daarbij zijn ongehoorde wreedheden en misdaden begaan.
Mensen in landen die (mede) door Islamisten zijn bevrijd van dictaturen zoals Irak, hebben massaal de ideologie verworpen in welke naam ze ‘bevrijd’ zouden zijn nadat ze er in de praktijk onder hebben moeten leven. Ze concludeerden dat deze geen enkel toekomstperspectief biedt. Dit heeft mij ertoe gedwongen mijn standpunten kritisch te herzien, wat heeft geleid tot het besef van de onhoudbaarheid ervan.
Ik schrijf dit om de samenleving te informeren dat ik mij niet langer identificeer met de vroeger door mij gehuldigde standpunten en hoop een constructieve bijdrage te leveren aan onze verdeelde samenleving. Ik hoop hiermee jongeren te waarschuwen om zich niet te laten misleiden door valse beloften en idealen.
Het streven om een Islamitische Staat te realiseren is op een totale mislukking uitgelopen. Dit heeft naar mijn inzicht verschillende redenen. Zo heeft de Islam een oorlogsrecht en legt het zijn volgelingen een hoge ethische standaard op. Deze is echter met voeten getreden in de vele, volslagen willekeurige moordpartijen op onschuldige (moslim)burgers.
Maar er is meer aan de hand. De hele achterliggende wereldbeschouwing, berust op een ondeugdelijke basis. Het beeld dat de wereld slechts bestaat uit gelovigen en ongelovigen, waarbij de laatsten er slechts op uit zijn om de eersten te vernietigen, is een kinderachtige en grove simplificatie van de werkelijkheid. Het gaat voorbij aan de complexiteit en vele nuances die de werkelijkheid rijk is. En aan het feit dat de meeste van de huidige problemen in de islamitische wereld niet het resultaat zijn van complotten van interne en externe vijanden, maar historisch gegroeide problemen. Daar bestaan geen snelle of makkelijke oplossingen voor. De bewering dat deze problemen zullen verdwijnen wanneer moslimgemeenschappen terugkeren naar de ‘zuivere islam’, is veel te kort door de bocht.
Dit wereldbeeld wortelt voor een belangrijk deel in het verwerpen van ongeloof. Het is de radicale variant van dit concept dat de munitie levert om iedereen die niet exact hetzelfde religieuze wereldbeeld deelt tot ongelovige te verklaren en daarmee zijn bloed en bezit buiten de wet te stellen. Het is een extreem exclusieve, uitsluitende opvatting, die slechts leidt tot een constante vergroting van het aantal te bestrijden vijanden.
Het kan geen problemen oplossen, doordat het elke mogelijkheid om compromissen te sluiten en te participeren in wereldse politiek bij voorbaat onmogelijk maakt. Het is een heilloze visie welke ten onder gaat aan zijn eigen rigoureus gesloten ideologische kaders.
De wereldvreemdheid van de Islamisten kenmerkt zich door het ontbreken van banden met de samenlevingen namens welke het beweert te vechten. Het roept conflicten uit tot jihad die in werkelijkheid vooral nationalistisch zijn en historische gronden hebben. Deze samenlevingen hebben hun eigen doelen en zitten er niet op te wachten dat hun strijd wordt gekaapt door salafisten met een heel andere agenda. Dit gebrek aan binding verklaart waarom in alle conflicten sinds de jaren ’80 geen enkele heeft geleid tot een Islamitische Staat.
Islamisten dienen derhalve de wapens neer te leggen en andere, vruchtbaarder methoden aan te wenden. Ze moeten zich omvormen tot sociale en politieke partijen om zo de gewenste hervormingen tot stand te brengen. De problemen in Palestina, Afghanistan, Tsjetsjenië enzovoorts, vereisen oplossingen op politiek niveau. De tot nu toe gevolgde strategie is contraproductief geweest en heeft mogelijke oplossingen alleen maar verder weggebracht.
Maar er is nog een belangrijker, bredere issue en dat betreft het islamisme zelf. Is het echt nodig om te streven naar een Islamitische Staat? We dienen te beseffen dat zich in de laatste drie eeuwen zeer ingrijpende en radicale veranderingen hebben voorgedaan, globaal aangeduid met modernisering. De meeste problemen in de Islamitische wereld zijn een gevolg van het achterop raken in het moderniserings- en industrialiseringsproces. De stelling dat de Sharia de oplossing is voor alle problemen lijkt in dit licht bezien achterhaald. Het is veeleer zo dat we behoefte hebben aan een fundamentele herbezinning over de plaats van religie in de moderne wereld. De Sharia is geënt op traditionele, rurale gemeenschappen en lijkt een anachronisme in de moderne wereld, die in toenemende mate urbaniseert, liberaliseert en globaliseert, en waar het gevoel van gemeenschapszin is vervangen door ideologisch en economisch individualisme. Ook heeft religie door de opkomst van de moderne wetenschap en het rationele denken zijn waarheidsmonopolie verloren, en kan het geen aanspraak meer maken op het belang en de status die het eens had. Al deze problemen zijn uniek voor de moderne tijd en kunnen niet opgelost worden met voormoderne oplossingen.
Ik roep daarom moslims, vooral salafisten, op om goed na te denken over deze zaken. Een terugkeer naar het verleden zit er niet meer in. We moeten de moderne wereld met al zijn verworvenheden, waaronder de democratische rechtstaat, accepteren, en ons van daaruit oriënteren op onze plek in de samenleving. We moeten voor onszelf erkennen dat het verleden voorbij is en niet meer terugkomt, en ons richten op te toekomst.
Dit betekent niet dat wij onze religie moeten verloochenen; wel betekent het dat we de realiteit moeten accepteren en ons eraan aan moeten passen. Slechts dan zullen wij werkelijk in staat zijn onze problemen op te lossen.
Jason W.