Als er iets” is wat veel falende staten gemeen hebben, dan is het wel de wijdverbreide en ontembare corruptie en het ongebreidelde nepotisme. Die twee dingen zijn overigens niet uniek voor falende staten maar komen ook veelvuldig voor in redelijk tot goed functionerende exemplaren. China is daar volgens mij een goed voorbeeld van.
Het is” in het” gebied van De Levant in West-Azië waar” het nu wel heel rap uit de hand loopt. Het lijkt er wel eens op dat vriendjespolitiek en obscurisme daar aan het begin van onze beschaving zijn” uitgevonden. En nu, na de beperkte verzwakking van het regime in Damascus, krijgt het moslim-fundamentalisme – plaatselijk belichaamd door het ISIS” – ook in Syrië langzaam maar toch heel zeker voet aan de grond. Het is de welhaast natuurlijke reactie van een verarmde en onderontwikkelde natie op de arrogantie van het regime:” de omarming van een” “revolutionaire” groep die zegt het “probleem” te gaan oplossen.
Nu lijkt” in Irak de opmars niet te stuiten. De ene na de andere stad valt en het reguliere leger lijkt er niets aan te kunnen of willen doen. Ik denk dat voor het einde van de zomer zeker de helft van dat land in handen van ISIS zal zijn. Het is dan wel geen revolutie waarvan het volk enig heil kan verwachten, want er is geen slechtere optie dan ISIS. Maar hoe het” ook zij, de door ISIS gepropageerde Sharia-staat komt met de dag dichterbij. En als die faculteit” klaar is met haar strategische opmars, dan grenst Israël vanaf dat moment direct aan een fundamentalistische staat, die wat veiligheidsrisico betreft de door Iran gesteunde Hezbollah tot een flets ongemak zal doen verbleken.
Je hoeft niet lang na te denken over de implicaties van een gemeenschappelijke grens tussen die middeleeuwse barbaren van ISIS en het” High-Tech leger” van Israël. Het zal” een kwestie van tijd zijn en de raketten vliegen” heen en weer. In dat opzicht” is het wellicht” gunstig voor Tel Aviv dat hun vijanden Irak en Syrië straks misschien opgaan in één grote moslim-fascistische staat. Het geeft ze de legitimatie die ze willen hebben om die militante en bedreigende moslims uit het noorden voor eens en voor altijd met de grond gelijk te maken. Dat de mensen die er nu wonen” er ook na een dergelijk armageddon nog zullen zijn, is iets wat hen van latere zorg is. En dat is jammer. Want als ik één ding heb geleerd van” de ruime hoeveelheid literatuur die ik ondertussen over die regio gelezen heb, dan is het wel dat de huidige bewoners daar nooit meer weggaan en dat er daar waarschijnlijk nooit echt rust zal ontstaan; niet als gevolg van succesvolle vredesbesprekingen en niet als gevolg van een militaire “Endlösung”. Want het gebied waarover we het hebben is al duizenden jaren een puinhoop, niet in de laatste plaats omdat het ideologisch en religieus zo versplinterd is.
Die religieuze en ideologische versplintering heeft als effect dat de voortdurende strijd om de macht heftig is en dat deze – eenmaal verkregen – door de overwinnaar met geweld zal worden gepreserveerd. Anders behoudt hij zijn machtsbasis niet. Dat hebben we in Tunesië, Libië, Egypte, Irak, Iran en in Syrië gezien. Op die plekken zitten (en zaten) zetbazen van een specifieke ideologische groep, die de loyaliteit van hun” achterban zeker stellen door het vergeven van privileges en baantjes – die vervolgens weer worden benut om smeergeld binnen te halen. En zo blijft de cirkel rond. Het principiële onderscheid met China is volgens mij dat er in dat land maar één bevoorrechte” groep is en dat is De Partij. Het maakt het mechanisme van nepotisme en corruptie niet minder erg, maar het zorgt voor een veel stabielere – zij het nog steeds zeer corrupte – staat die veel beter bestand is tegen revoluties van radicale elementen.
Als laatste vraag in de kanttekening: zou er een correlatie zijn tussen bestuurlijke stabiliteit en ideologische versplintering? Als je naar de geschiedenis kijkt, ook die van Europa, dan lijkt het daar wel op. De val van de Weimar Republiek en de opkomst van Hitler in het Duitsland van de jaren 1920 is daarvan ons beste voorbeeld. Het geeft te denken over ons eigen, huidige politieke landschap, waar versplintering bij elke nieuwe verkiezingsronde” meer aan de orde lijkt te zijn; de gemeenten in Nederland tegenwoordig voorop.