De National Geographic van deze maand zal voor veel romantici onder ons een huiveringwekkend verhaal bevatten. Het gaat over het onderzoek dat momenteel op talrijke plekken in Academia wordt gedaan, waarvan het doel is na te gaan hoe we robots menselijker krijgen.
Het ver-humaniseren van machines is een vereiste voor een optimale interactie tussen mens en robot, is de gedachte. Dit geldt vooral voor robots die zorgtaken gaan overnemen van de nu snel krimpende poel aan menselijke ziekenverzorgers – en misschien ook artsen en verpleegkundigen. Maar hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld babysitters, cipiers, beveiligingspersoneel, prostituees en ga zo maar door. Alle takken van sport waarbij de functionaris een menselijke indruk moet geven, zullen die specifieke eis van menselijkheid aan het kunst-personeel gaan stellen.
Een deel van het onderzoek houdt zich bezig met hoe mensen reageren op vermenselijkte machines. Er zijn al exemplaren in omloop die nauwelijks te onderscheiden zijn van echte biologische individuen. Ik verwacht – samen met een heleboel specialisten die mij hebben ingefluisterd – dat het nog hooguit 15 jaar zal duren en dan begeven de robots zich onder ons op de werkvloer. Het is dan zaak om te begrijpen wat ons door het hoofd spookt als we met een synthetische persoon te maken hebben waaraan we niet meer kunnen zien of deze “echt” is of niet. “Echt” is hier wat mij betreft overigens geen “echt” onderscheid meer wat de persoon betreft, maar hooguit formeel van aard. Mij maakt het niet uit waarvan iemand gemaakt is!
En nu ik toch bezig ben. Ik wil graag nog even een populair misverstand de wereld uit helpen. Ik citeer het volksinzicht” “Een computer – of machine – is slechts zo intelligent als het programma dat je ervoor schrijft.”
De bovenstaande stelling is natuurlijk grote onzin! De intelligente machines die we al kennen – namelijk de mensen zelf – worden ook niet geprogrammeerd door een “programmeur” maar ze doen dat op eigen kracht. De input die ze daarvoor nodig hebben verkrijgen ze door waarneming. Momenteel worden machines daarom uitgerust met zintuigen, zodat ze op eenzelfde wijze als mensen kunnen gaan leren – i.c. zichzelf kunnen programmeren. Een eng idee? Als daarop het antwoord “ja” is, dan zal ik maar niet verklappen hoeveel software er al door machines en niet meer door mensen geschreven wordt. De doorsnee burger zou het ervan in de broek doen.