Als we willen weten hoe goed de ambtenaren van ons rijk hun aanbestedingen voorbereiden, dan moeten we kijken naar de rijksdiensten die nu lijden onder de storing bij Vodafoon. Die is het gevolg van een heftige brand in een schakelcentrum en legt het telefonieverkeer op dit moment al bijna twee dagen plat.
Private ondernemingen die ook klant van Vodafoon zijn kunnen wat gemakkelijker de mist in gaan, omdat zij als het goed is geen strategische infrastructuur bestieren.
Helaas zijn beide zaken in de zin hierboven niet waar. Ik begrijp dat het elektriciteitsbedrijf in Rotterdam, dat gisteren eveneens een onderbreking van de levering van stroom had, ook niet kon communiceren omdat zij telefonie van Vodafoon afnemen. En elektriciteit is een strategisch goed. De NOS nieuwsdienst is dat misschien ook, en toch konden de journalisten in het veld niet meer met Hilversum praten.
Als ik mijn zin zou hebben dan zou alle strategische infrastructuur in eigendom zijn van – en beheerd worden door – de staat. Dat zou voor alle communicatiemiddelen, energievoorziening, water en verkeers-infrastructuur moeten gelden. Alleen de overheid kan namelijk garanderen dat die zaken altijd beschikbaar blijven, wat er ook gebeurt – hopelijk. Zij kan daarvoor namelijk de middelen beschikbaar stellen, zowel in fysieke en financiële als in administratief-bestuurlijke zin. De staat kan geld, locaties en regelgeving precies daar krijgen waar ze nodig zijn.
Vodafoon heeft een zeperd gemaakt door zich te concentreren op innovatie in de ICT technologie die zij voor hun dienstverlening inzetten. Die innovatie is belangrijk omdat de techniek zo hard verandert en de klanten steeds meer vragen. Maar daardoor hebben zij naar het lijkt verzuimd om een adequaat redundantieniveau in hun toko te realiseren, waarschijnlijk omdat daarvoor de middelen niet meer beschikbaar waren. Dat is een allocatiebeslissing, ofwel, een zakelijk besluit. En een van een erg onhandige soort, mag ondertussen wel gesteld worden. Want we snappen eigenlijk allemaal wel dat een infrastructuur die kritiek is, altijd een back-up nodig heeft. Als de eerste dan uitvalt, kan de tweede het direct overnemen. Daar bestaan allemaal handige technieken voor, met automatische fail-over en noem maar op, maar je moet het wel neerzetten. Een leverancier die dat niet doet neemt daarmee een bewust risico.
En daar ligt het probleem. Een redundant systeem is minstens net zo kostbaar als een primair systeem. Dus je betaalt eigenlijk alles dubbel, terwijl je er niet veel mee doet. Tenzij je het back-up systeem ook als primair systeem inzet, wat niet ongebruikelijk is. Je kunt dan de belasting over de twee systemen verdelen als het ware, wat ook nog eens een voordeel oplevert. En valt er eentje uit, dan neemt nummer twee alle werk voor zijn rekening. Dus de vraag is: waarom heeft Vodafoon dat niet gedaan? En nog veel interessanter is: waarom hebben de partijen die bij Vodafoon telefonie afnemen, niet tijdens hun aanbesteding gecontroleerd of Vodafoon wel redundantie in haar systemen heeft opgenomen die bij calamiteiten voor continuïteit zorgt? Of is dat wel nagegaan en hebben de afnemers allemaal dat risico bewust genomen, om zo een paar centen te besparen op een offerte?
Onze kwetsbaarheid neemt met de dag toe. En als de inkopers van de diensten waarvan wij steeds afhankelijker worden niet weten wat ze doen, dan lopen we een risico, waarvan de kans dat het optreedt steeds groter wordt en het ook een steeds heftigere impact kan hebben. Misschien dat de brand van gisteren op de goede plek wat ogen laat opengaan, maar ik vermoed dat dit een te optimistische gedachte is. We hebben ook gezien hoe risico’s rond kerncentrales worden ingeschat. Dat is ook niet altijd adequaat, zoals in Japan is gebleken. Geld gaat klaarblijkelijk net iets te vaak voor veiligheid.