Op 5 mei 1818, 200 jaar geleden, werd Karl Marx in Trier geboren. Vanwege zijn onmiskenbare belang voor onze economische geschiedenis teken ik dat toch maar even aan – zij het met wat licht gesjoemel, dat dan weer wel.
Erg diep ga ik niet in op zijn leven, denken en doen, want ik beschouw hem als basiskennis voor de minimale intellectueel. Op dit blogdingetje staat zijn meesterwerk “Das Manifest der kommunistischen Partei” (ook in het Nederlands) – dat hij samen met zijn kompaan Friedrich Engels schreef – al heel lang apart op de voorpagina gelist als verplichte literatuur voor iedereen. Want wie Marx niet kent is een politieke onbenul. Daar kunnen we heel normaal over doen. Overigens is dit jaar ook voor dat pamflet een jubileumjaar: het werd 170 jaar geleden geschreven.
De grootste verdienste van Marx is naar mijn mening het ontwikkelen van het begrippenapparaat waarmee iedereen – ook de meest rabiate neoliberaal – de economische verhoudingen op deze planeet beschrijft. Hij heeft die taal zo ongeveer uitgevonden. Persoonlijk vind ik de leukste lemmata, die het beste bij mijn politieke signatuur en mijn leunstoel-revolutionaire walstuurmansaspiraties passen: “klasse, klassenstrijd, onderbouw/bovenbouw, vervreemding, Verelendung en” natuurlijk De Revolutie van het Proletariaat.”
Ik wil hier niet nalaten om de waarschuwing die ik hier al meerdere keren heb geventileerd maar weer eens van stal te halen: Iedereen die denkt dat Marx ongelijk had met zijn revolutie – die nooit is gekomen omdat door het toedoen van vakbonden en syndicaten een zeer goedboerende middenklasse is ontstaan – struisvogelt zijn kop in het zand. Marx voorspelde dat de revolutie zou worden uitgevoerd door een hoog gekwalificeerd proletariaat. Toen er zo’n 100 jaar geleden in enkele fases en uitgesmeerd over een aantal jaren een marxistische revolutie plaatsvond, toen bestond een dergelijk proletariaat nog niet. Ze moesten het daar doen met boeren (op het platteland), ongeschoolde arbeiders (Petrograd) en matrozen (de kruiser Potemkin). Het daaruit volgende communistische experiment, dat begon met Lenin & Stalin en dat 70 jaar duurde om te eindigen met Gorbatsjov, is door apert barbarisme volledig mislukt.
Nu zijn de tijden echter anders. Een hooggekwalificeerd grotenmensenproletariaat (en een zeer goed opgeleide middenklasse) bestaan nu wel en de “Verelendung”, die nu “Inequality by Neoliberalism” heet, zorgt voor een revolutiepotentieel dat niet te negeren is. Ik ben geen pessimist, dus ik zie hem er nog wel van komen; die dag dat de Grote Graaiers van het KadaverKapitalisme aan de hoogste bomen zullen hangen. En wat zeggen we dan? “Eigen schuld, dikke bult!”