Ik kan het niet laten om een voor de hand liggend woordgrapje in te koppen. In Zweden is met het” EHEC bacterie besmet vlees gevonden, dat in kant-en-klaar confectie hamburgers was verwerkt of verwerkt zou gaan worden. Dat laatste wil ik vanaf zijn. Maar hoe ver dit vlees ook was gevorderd op haar lange en kostbare weg naar de nietsvermoedende” burgerkoelkast, het zat al ergens tegen het einde van de pijplijn. Het kwam toch wel eng dichtbij, zo ineens.
De trieste constatering is onontkomelijk: dit is nu al het zoveelste fiasco – echec dus – dat onze in rap tempo globaliserende voedselindustrie plaagt. Dus voor dezelfde zoveelste keer in korte tijd zit ik me weer eens af te vragen of ik niet beter mijn eigen voedsel kan gaan verbouwen.
Het zou een goed idee kunnen zijn. Mijn grootouders leefden met een gezin van acht mensen op een lap grond waarop fruit,” groente” en wijn werden verbouwd en menig dier een gelukkige opmaat naar een wisse slachtdood heeft gehad. En die ouwetjes deden dat goed. Dus ik vind het idee om mijn hand daar ook eens aan te wagen af en toe heel erg verleidelijk. Maar toch; het gaat niet zonder slag of stoot, zo’n radicale omwenteling in” carrière, maar soms zou ik het wel willen. Vooral als ik mij realiseer hoe veel mensen en bedrijven er nu tussen mij en mijn voedsel in staan. Maar ook: hoe ongelofelijk veel transport-kilometers er soms in dat spul zitten.
Ik wil geen beesten gaan houden om op te eten, maar ik wil ook geen vleesfantasie op mijn bord hebben, waarin misschien een bacterie voorkomt die uit slachtbeestenpoep is gekropen. Het is waar, er wordt intensief gecontroleerd in die hele vleesketen, maar niet altijd kan alles watervast zijn dichtgespijkerd. Er komt af en toe iets door die checks heen, dat kan haast niet anders. En als dat gebeurt dan ligt er ineens een ziekteverwekker op mijn” barbecue.
“Het vlees wordt internationaler”, hoor ik vandaag bijna berustend uit de mond komen van de NOS verslaggever die dit item verslaat. Dat betekent eigenlijk dat het vlees overal vandaan komt voordat het tot moes vermalen aan de hamburgerkleiers wordt doorverkocht. Het bedrijf uit Enschede, dat de besmette partij naar Zweden had verscheept, kreeg haar grondstoffen uit vier verschillende landen, waaronder er drie zaten die – op zijn Frans gezegd – oostelijkere lagen dan de oude D.D.R.. De controle op de slacht- en de” hygiëne-praktijken van de” abattoirs” aldaar ligt in dezelfde handen als die van de verkeershandhaving en de” corruptiebestrijding. Ik wil niets naars suggereren, maar op de een of andere manier voelt dat toch niet lekker aan.
Het antwoord in deze crisis is vrij simpel. Ik kan mij vrij gemakkelijk onttrekken aan de ondoorzichtige vleesindustrie. Ik eet gewoon lokaal en natuurlijk. Het vlees dat ik op mijn bord toelaat komt binnen een straal van enkele kilometers hier bij de boer” vandaan” (of natuurlijk van de manege) en ik eet al helemaal geen versupermarkte templatekoe. En” barbecueën, dat doe ik ook niet, want dat vind ik zonde van mijn goede vlees.…